Het dagboek van Sjaak L. Grottenhoofd (deel 20)

Hallo, ik ben Sjaak L. Grottenhoofd. Al 46 jaar een onuitstaanbare vent, waarvan ik er nu alweer 20 getrouwd doorbreng met de eveneens onuitstaanbare Rita. Samen hebben we twee kinderen. Gezinus van 12 en Teun van 16. Teun is een meisje. Vroeger noemden we haar Teuntje; nu is ze 98 kilo, dus dat gaat niet meer. Ondanks haar 98 kilo zit ze – god betere het – op korfbal. Gezinus voetbalt, heeft een bril en wordt gepest. Ik ben woonachtig op Kievitsei 38 te Kerkdriel, waar ik tevens werk als gemeenteambtenaar. De hel op aarde.

 Zoals u wellicht al merkt erger ik me voortdurend en klaag ik me een weg door het leven heen. Daarom heeft onuitstaanbaar.nl me gevraagd een dagboek bij te houden. Elke zondag zullen mijn ‘belevenissen’ van de afgelopen week gepubliceerd worden op deze website. Ik hoop dat u er plezier aan beleeft, dan dient mijn verder compleet zinloze leven toch nog ergens toe.

Maandag 28 juni

De dag die ik vorige week nog aankondigde als de sterfdag van Gerolf de homostagiair werd bijna mijn eigen sterfdag. Rond een uurtje of drie hield ik het voor gezien op het gemeentehuis en racete ik op m’n Gazelle naar huis om op tijd te zijn voor de wedstrijd van Nederland. Het leek voorspoedig te gaan. De vele stoplichten in Kerkdriel waren allemaal met een oranje licht versierd, dus ik kon zo doorkachelen. Dat was buiten Trudy Pasveer gerekend. Even later lag ik namelijk met m’n buik op de motorkap van haar afzichtelijke roze Opel Corsa, zo met m’n snor tegen de ruit aan. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was, had Trudy vanwege de schrik haar ruitenwissers aangezet. Ik kan u verzekeren, met je snor vastzitten tussen de ruitenwissers van een afzichtelijke roze Opel Corsa, terwijl er een hysterisch wijf de boel bij elkaar loopt te krijsen, dat is geen pretje. Na veel gedoe heeft de brandweer me uiteindelijk kunnen bevrijden uit mijn benarde positie. Ik was nog net op tijd thuis om Jack van Gelder in de hol van Arjen Robben te kunnen zien kruipen op de nationale televisie.

Dinsdag 29 juni

Vandaag stierf Gerolf de homostagiair. Ik zat er een dag naast met mijn voorspelling. Op zich wel gek voor een dagboek waarin ik de gebeurtenissen allemaal zelf verzin. Maar goed, het was ook niet zomaar sterven, dat sterven van Gerolf de homostagiair. Dan mag je er best een dagje naast zitten. Zelfs in je eigen zelfverzonnen dagboek. Hoe Gerolf de homostagiair precies stierf, dat vertel ik u morgen.

Woensdag 30 juni

De dag nadat Gerolf de homostagiair stierf. Hoe dat precies gebeurde zal ik u, zoals gisteren reeds aangekondigd, eens haarfijn uitleggen. Het was namelijk nogal een merkwaardige geschiedenis. Maar ja, zo zijn de homo’s hè. Zelfs als ze sterven willen ze nog opvallen. Gelukkig speelde ik deze keer geen hoofdrol bij het overlijden van een stagiair, zoals bij de eerdere stagiaires Wendy en Felicity nog wel het geval was geweest. Dit keer was er slechts een bijrol voor me weggelegd. De hoofdrol was weggelegd voor die dikke Tonnie van Bemmelen met z’n practical jokes. Het zal u niet verbazen dat zo’n practical joke het einde betekende voor Gerolf de homostagiair. Tonnie z’n practical jokes gaan namelijk vaak nogal ver. Zo ook deze keer. Dit keer had hij een hele lading dieren aan laten rukken. Allemaal tam volgens Tonnie. Als je ze af en toe maar een frikandelletje gaf, dan liep het wel los, aldus Tonnie. En los liep het: een zebra bij de burgemeester op de kamer, een gnoe die met z’n reet op het kopieerapparaat was gaan zitten, drie chimpansees die aan de koffieautomaat hingen…..Tonnie kon z’n lol niet op – dat was trouwens voor het eerst dat er bij Tonnie iets niet op kon. Tot zover had hij de dag van z’n leven. Hij had echter geen rekening gehouden met de driften van de ook aanwezige walrus gecombineerd met de aanwezigheid Gerolf de homostagiar. Zo gauw de walrus lucht kreeg van Gerolf was het gedaan met de pret. U moet weten, de walrus is één der meest homofobe beesten ter wereld. Eén en ander mondde uit in een wilde achtervolging waarbij een walrus achter een bange homo aanschuifelde. De homo kon ternauwernood z’n voorsprong behouden en vluchtte in een boom. De walrus bleef hard ieuwend achter op de grond. Na een halfuurtje probeerde de bange Gerolf nog wat hoger in de boom te klimmen en viel hij te pletter. De walrus applaudisseerde zoals alleen walrussen dat kunnen met hun vinnen. Mijn bijrol bestond er uit dat de brandweer niet wilde komen om Gerolf de homostagiair uit de boom te halen. Na de dag ervoor een melding te hebben gehad over een vent die met z’n snor bekneld zat tussen de ruitenwissers, ging de melding over een bange homo die in een boom was geklommen uit angst voor een walrus ze iets te ver. Gevolg is dat Gerolf de homostagiair straks, na z’n begrafenis, voor eeuwig in een darkroom ligt.

Donderdag 1 juli

Vandaag was het gemeentehuis gesloten. De reinigingsdienst is de hele dag bezig geweest alle zebra-, gnoe-, chimpansee- en walrusstront op te ruimen.

Vrijdag 2 juli

Kwartfinale! Voor aanvang van de wedstrijd tegen de Brazilianen nog even naar de capoeiraschool in Den Bosch gereden. De hele boel daar kort en klein geslagen met twee oer-Hollandse roeispanen. Tonnie had natuurlijk bevroren frikandellen meegenomen. De Brazilianen moesten machteloos toekijken hoe we daar huishielden. Tja, dan zijn twee roeispanen toch wat effectiever dan dat homofiele vechtdansje van die Brazilianen. Hahaha. Daarna zouden we het op een zuipen zetten en niet meer stoppen tot het zondag is.

Zaterdag 3 juli

De bijdrage van vandaag is dus al op vrijdag geschreven. We hebben of met 9-2 gewonnen, of met 9-2 verloren. In het eerste geval zuip ik me te pletter vanwege de winst, in het tweede geval drink ik het verlies weg.

9 reacties op “Het dagboek van Sjaak L. Grottenhoofd (deel 20)”