Het dagboek van Sjaak L. Grottenhoofd (deel 19)

Hallo, ik ben Sjaak L. Grottenhoofd. Al 46 jaar een onuitstaanbare vent, waarvan ik er nu alweer 20 getrouwd doorbreng met de eveneens onuitstaanbare Rita. Samen hebben we twee kinderen. Gezinus van 12 en Teun van 16. Teun is een meisje. Vroeger noemden we haar Teuntje; nu is ze 98 kilo, dus dat gaat niet meer. Ondanks haar 98 kilo zit ze – god betere het – op korfbal. Gezinus voetbalt, heeft een bril en wordt gepest. Ik ben woonachtig op Kievitsei 38 te Kerkdriel, waar ik tevens werk als gemeenteambtenaar. De hel op aarde.

 Zoals u wellicht al merkt erger ik me voortdurend en klaag ik me een weg door het leven heen. Daarom heeft onuitstaanbaar.nl me gevraagd een dagboek bij te houden. Elke zondag zullen mijn ‘belevenissen’ van de afgelopen week gepubliceerd worden op deze website. Ik hoop dat u er plezier aan beleeft, dan dient mijn verder compleet zinloze leven toch nog ergens toe.

Maandag 21 juni

Man, man, man. Wat is die Gerolf de homostagiair een lul zeg. Had die eikel vorige week samen met Trudy Pasveer de hele boel oranje versierd, nu vond meneer het nodig het hele kantoor ‘een Afrikaans sfeertje mee te geven’.‘Om te laten zien dat we Afrika steunen en met die Wereld League nu helemaal’ zei die ook nog….zucht…. Zittend op een gekke trommel heb ik dus de hele dag niks gedaan. Toen ik ’s middags achter m’n bureau een dutje deed, kwam dikke Tonnie van Bemmelen langs. Werd ik keihard wakker geblazen door een vuvuzela die trompetterde op 5 centimeter van m’n oren. Typisch Tonnie. Bedankt hoor, Gerolf de homostagiair! Als ik er iets over te zeggen had, dan ging Gerolf de homostagiair er nog volgende week aan! Ik ben hem helemaal zat. Ik hoop alleen wel dat ik eens niks te maken zal hebben met z’n dood, zoals bij alle andere stagiaires wel het geval was. We zullen wel zien hoe dat weer afloopt.

Dinsdag 22 juni

Godverdomme, dat was het eerste wat ik dacht toen ik zo rond een uurtje of 10 ’s ochtends de koffie op had en eens begon te surfen op internet. Dat zat zo, Luuk Koelman had zich voorgedaan als een burgerjournalist voor het AD. Hij deed net of hij een Japanner was  en bedacht de gekste dingen. Later bleek ook nog dat die hufters van onuitstaanbaar.nl (nou, nou…Sjaak, red.) achter de personage Geert-Jan Zomer uit Ivoorkust zaten. Die hadden een foto ingestuurd van een vent die er werkelijk belachelijk uitzag en waren ook maar eens aan het verzinnen gegaan. Over kippen enzo. Tja, u raadt het al. Ook ik, Sjaak L. Grottenhoofd, had de stoute schoenen aangetrokken en me voorgedaan als iemand anders. Twee iemanden anders zelfs. Ik ga schuil achter het verschrikkelijke huisvrouwenduo dat bijdrages voor Italië schrijft. Maar ja, helaas. Die Luuk Koelman en de hufters van onuitstaanbaar.nl (nou is het genoeg Sjaak!, red.) waren me voor. Dit had m’n grote doorbraak als humorist moeten worden. Man, ik laat die wijven van allerlei gekke en verschrikkelijke dingen zeggen. Dat was niet zo moeilijk; ik gebruikte gewoon Rita en Trudy Pasveer als inspiratie.

Woensdag 23 juni

’ s Avonds naar mijn vriend Bundesharry in Duitsland gereden om met hem en een stel Duitsers naar Duitsland – Ghana te kijken. Uiteraard zo bezoffen wie ein affe geworden, zoals Jean-Marie Pfaff dat zo mooi kon zeggen.

Donderdag 24 juni

De dag dat Nederland z’n laatste poulewedstrijd afwerkte. Een wedstrijd om des keizers baard. Of zoals ik dat altijd zeg: om de snor van Sjaak. De vorige poulewedstrijden had ik gekeken met mijn hysterische straatbewoners. Om te voorkomen dat ik echt vijanden ga maken in de buurt, had ik nu besloten om in m’n eentje te kijken (de vorige keer heb ik bijna kleine Caiden-Quinn van 17A in de sloot gegooid). Ook niet naar Nederland – Kameroen trouwens. Nee, ik ga in m’n in m’n leunstoel en met een samoeraizwaard in de aanslag naar Denemarken – Japan te kijken. Hopen dat m’n buurtgenoten me niet proberen over te halen toch met hun naar Nederland te kijken. Dat kon in combinatie met het samoeraizwaard wel eens heel slecht af gaan lopen….

Vrijdag 25 juni

Iedereen leeft nog, ik heb alleen een sneetje in m’n vinger. Dat kwam doordat ik met m’n samoeraizwaard een flesje Carlsberg open probeerde te maken. Op het werk vroeg Gerolf de homostagiair of hij er soms een kusje op moest geven. Ik zie nu al uit naar komende maandag, wanneer Gerolf naar alle waarschijnlijkheid zal sterven.

Zaterdag 26 juni

’s Ochtends eerst met Rita, Teun en Gezinus naar de Intratuin geweest. Rita wilde opeens een nieuw tuinhuisje. Verschrikkelijk. Vooral omdat ik hem ’s middags in elkaar moest zetten. Heb ik een ochtend Intratuin met m’n onuitstaanbare vrouw, die zeug van een dochter en dat autistenjong van me overleefd, kan ik nog eens zo’n huisje in elkaar gaan zetten. Tonnie zou me wel even helpen. Hij wou het ding met twee bevroren frikandellen in elkaar timmeren. Nou dat hebben we geweten. We verloren kansloos met 9-2 van het tuinhuisje.

9 reacties op “Het dagboek van Sjaak L. Grottenhoofd (deel 19)”