Het vingerdier

Nee, maak u maar niet druk, dit stukje gaat heus niet over wat er allemaal plaatsvindt in de bosjes achter de feesttent in Rolde tijdens de Roldermarkt feestweek. Dit stukje gaat over een diertje met hele lange vingers, dat ernstig bedreigd wordt: het vingerdier. Een halfaap die leeft op Madagaskar.

Lange vingers dus. Dan kan het beestje eigenlijk maar op één manier bedreigd worden: de Madagaskari…uhh…Madagaskarezen….uhh…Madagaskaranen…..uhh…de bewoners van een eiland voor de kust van Mozambique gebruiken het vingerdier massaal voor het bereiden van de tiramisu. Toch is dat niet waar.

In dat geval zouden namelijk ook de mascarponeleeuw, de amarettoaap en de geelgerande roodstaartperla, een zangvogeltje met een eigenaardige koffiegeur, zeldzaam moeten zijn op Madagaskar. Echter, iedereen die er wel eens is geweest, weet beter: je struikelt er haast over. Loop even de bossen in en je staat bijna direct in de muil van zo’n mascarponeleeuw te koekeloeren. Als je rustig op een terrasje een glaasje wijn zit te drinken, dan schuift er – notabene ongevraagd – wel weer zo’n amarettoaap aan om ook even een drankje te drinken. Gek word je ervan.

Het zijn ook waardeloze dieren. Neem nou die mascarponeleeuw, die verpest de reputatie van alle andere leeuwen. Hoe die je kan aankijken als een stuk zachte roomkaas en dan nog verwacht dat je er bang van wordt ook. Het is triest. Wanneer je een leeuw aankijkt, dan wil je toch op z’n minst een stuk stevige stilton voor je zien. Nee, het is geen wonder dat deze leeuw door z’n soortgenoten naar Madagaskar verbannen is.

Dan het vingerdier, dat is een razend knap beestje. Zijn z’n gewone vingers al lang, z’n middelvinger spant de kroon. Het is een ongekend lange, dunne, knokkelige vinger. En hij gebruikt dat apparaat niet om z’n woede jegens andere oerwoudgebruikers te uiten, wanneer er weer eens zo’n waardeloze mascarponeleeuw te lang links blijft lopen bijvoorbeeld. Nee, hij gebruikt z’n middelvingers als een echoapparaat.

Niet om er nou eindelijk achter te komen wie toch die koning van Wezel is waar men het altijd over heeft. Dat interesseert het vingerdier hoegenaamd geen reet. Hij zit toch met z’n lange vingers vast op Madagaskar. Dan is Wezel heel ver weg.

Het vingerdier spoort insectenlarve op met z’n middelvinger-echoapparaat. Ja, dat kan natuurlijk ook. Hij tikt met z’n vinger op de schors van een boom en kan dan schijnbaar horen of er daar larve verstopt zitten. Die pulkt hij er vervolgens met dezelfde vinger uit.

Een hoop gedoe om dat kleine grut te pakken te krijgen, maar ach….wat een moeite doen wij niet om een simpel balletje mayo naar binnen te kunnen werken: de koe slachten, beschuit kruimelen, een ei breken, ballen draaien, olie uit olijven persen, weer een ei breken, een citroen uitknijpen, mosterdzaadjes verwerken en met een garde in de weer…..Wij zijn dus wel de laatsten die wat aan mogen merken op de voedselvergaringsmethodes van het vingerdier.

Vanwege dat echoapparaat in z’n middelvinger zou je verwachten dat het vingerdier zelden in de put zit. Niets is minder waar. Logisch ook wel: de vingerdieren worden bedreigd en zijn derhalve met steeds minder vingerdieren. Al gaat het te ver om te zeggen dat ze op de vingers van één hand te tellen zijn. Maar heel veel zijn het er niet meer en dat komt door de ontbossing.

Heb je net een state-of-the-art middelvinger geëvolueerd om insecten uit bomen te kunnen echoën, gaan ze alle bomen om je heen kappen. Dat is niet best natuurlijk. Het zou zoiets zijn als houthakkers hun zojuist gekochte motorzaag afnemen en zeggen dat ze die stoelen en kasten maar mooi op een andere manier moeten maken. Misschien moesten we dat maar eens doen trouwens.Het vingerdier zal er blij mij zijn…ijn…ijn…….ijn.

PS. Prijsvraag: Hoe noem je de inwoners van Madagaskar? De winnaar krijgt 1 vingerdier.

18 reacties op “Het vingerdier”