Beste Lau,…

Drie weken lang fietsten we samen door Frankrijk. In het begin was ik nog latent aanwezig, wachtend op het moment dat je me nodig had.  Op weg naar Ax-3-Domaines hield ik me koest en keek ik vanuit je dunne lijf achterom.  Ik zag hoe Alberto Contador, dé Alberto Contador, een steeds kleiner geelblauw stipje werd. Dit had ik, toch al je hele carrière bij je, nog nooit van je gezien. Ik genoot. Zou je me wel nodig hebben deze Tour?

Ja, je had me nodig. Voorovergebogen over je stuur, op weg naar een puist in de zee, spuugde je me eruit. Het was zo gebeurd. Samen trotseerden we de zilte Normandische lucht. En hoe! We waren vijf seconden sneller dan een gepatenteerd tijdrijder als Lieuwe Westra. Je veegde me weg met een handdoek, maar toch bleef ik bij je. Jij bleef op de Mont Ventoux bij Bauke, terwijl je misschien wel harder kon. Man, wat was je sterk!

Drie dagen later spuugde je me weer uit. We vielen, reden een kind aan en gingen weer door. We hielden de schade beperkt. Vanaf dat moment was het wel voorgoed gedaan met mijn latente bestaan. Samen ploeterden we door een dronken zee van oranje, daar waar je zo graag had willen schitteren. De dagen erna waren al net zo zwaar. Het ging niet meer. Moe. Op. Leeg. Maar toch, wat waren we goed samen!

Een heel klein beetje boos ben ik tot slot ook nog. Een heel klein beetje maar. Ik had namelijk ook weleens gewoon aan je kin willen hangen toen we gewoon rustig door een veld met zonnebloemen peddelden – ach Lau, spuug me er toch eens uit als je voor de Chevy zit te barbecueën, daar wil ik óók eens bij zijn.

Voor het overige wil ik je bedanken voor drie hele mooie weken. Tot de volgende keer.

Vriendelijke groeten,

je prachtige slijmbaard

P.S. Je krijgt de groeten van de neushaar van Bauke.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar. Dit stukje verscheen eerder op wielerblog Het is Koers!