Ziek

In groep 5 gingen wij op schoolreisje naar het Noorderdierenpark in Emmen. Ik had me er al een halfjaar op verheugd. Vooral  omdat er volgens mijn meester tegen de tijd dat wij naar Emmen gingen net drie nieuwe dieren zouden rondlopen in de dierentuin . Tijdens rekenen, handenarbeid en Georgisch – dat kregen wij in groep 5, het was een beetje een rare school – kon ik aan niets anders denken dan die drie nieuwe dieren in de dierentuin.

Eind januari was het dan eindelijk zover. We vertrokken ’s ochtends heel vroeg met de bus. Tijdens het ritje praatte ik honderduit over de nieuwe dieren, maar niemand van mijn klasgenootjes kon me horen omdat ze allemaal een hele grote koptelefoon droegen. Ik praatte trouwens ook niet erg duidelijk in die tijd.

Na een uur rijden stopte de bus ineens. Dat vond ik behoorlijk stom, want dan duurde het nog langer voor ik de drie nieuwe dieren kon bewonderen. Maar volgens de buschauffeur moest hij wel stoppen, omdat de dikke, getatoeëerde, stoere jongen uit mijn klas wilde roken. Hij had gedreigd anders uit de rijdende bus te stappen. En dat moesten we heel serieus nemen, want dat had hij al eens eerder gedaan.

Door de stop werd mijn verlangen naar de drie nieuwe dieren alleen maar groter. Ik kon aan niets anders meer denken. Het zouden vast hele goede dieren zijn, waardoor de dierentuin die ik bezocht een veel betere dierentuin zou zijn dan alle andere. De beste dierentuin van Rotterdam! De beste dierentuin van Eindhoven! En zelfs de beste dierentuin van Amsterdam!

Toen de bus na de rookpauze van het getatoeëerde jongetje weer stopte, zag ik de toegangspoortjes van de dierentuin. We waren er! Ik stapte direct uit en rende naar binnen. Zonder op of om te kijken, passeerde ik de meest schitterende dieren. Een hele grote zwarte beer bijvoorbeeld, die allerlei trucjes met een bal deed. Het interesseerde me niet. Die nieuwe dieren, daar ging het om. En Ik kon ze maar niet vinden.

Na twee uur zoeken, kwam ik mijn meester tegen. Ik zei dat ik de nieuwe dieren nog niet had gezien, terwijl hij wel beloofd had dat ze er zouden zijn. Waar waren ze toch? De meester vertelde dat hij me moest teleurstellen: geen nieuwe dieren.

Stampvoetend vertelde ik toen die vervelende meester de waarheid. De kans dat ik volgend jaar met hem naar groep 6 zou gaan, was wat mij betreft 50/50. En ik ging niet mee terug met de bus! Voor één keer zat er niemand verstopt onder mijn stoel als de bus weer bij het schoolplein zou aankomen. Zo woedend was ik.

Een vriendje die al vroeg baardgroei had en daarom een gek sikje liet staan, belde vervolgens een taxi. Eenmaal weer thuis kwam alles eruit en moest ik heel hard huilen. Kapot was ik ervan. Mijn moeder heeft me vier dagen ziek gemeld. Dus ik snap Fred Rutten wel. Althans, toen ik negen was, snapte ik Fred Rutten wel.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar. 

15 reacties op “Ziek”