Demasqué

Vandaag een gastbijdrage van mijn goede vrind Jan Henk van Noord,  De Grote Renkoekoek voor intimi; Gerrit Baars voor Facebookvrienden. Hij mijmert over The Police en Sting; over vroeger en nu.

Every little thing she does is magic draait op de radio en dat is een reden het volume te verhogen. Het door Sting en zijn vrienden van The Police gemaakte liedje neemt me als altijd automatisch mee naar vervlogen kinderjaren, zoals een blikken potlodenset met de mooiste kleuren me terugbrengt naar de eerste jaren van de basisschool. Aanvankelijk weigerde ik de potloden te gebruiken, want gebruik zou leiden tot klassenverschil tussen de potloden en asymmetrie in het blik.

Na elke eindeloze zomervakantie ontmoetten de potloden en ik elkaar weer en was mijn eerste zorg de achtergebleven kleuren, die al die weken hadden moeten wachten op een nieuwe kans ook eens ter hand genomen te worden. Op den duur accepteerde ik dat er altijd kleuren zullen achterblijven en kon ik leven met de succesvolle potloden die waren geslonken tot stompjes en daardoor hun populariteit van de daken schreeuwden, zoals kleine mensen een luide stem hebben om hun geringe fysieke aanwezigheid te (over)compenseren.

Goed, het liedje geeft me herinneringen die niets te maken hebben met de tekst die Sting optekent, laat staan de titel. Het is met name de muziek en het stemgeluid van de zanger/bassist die me beelden brengen van de fietstocht naar het dorp met mijn moeder, samen wachtend voor een posttreintje van de wijlen PTT, op het klinkerpad richting de spoorwegovergang die beiden zonodig in het jaar 2000 om veiligheidsredenen moesten verdwijnen. Beelden uit de vorige eeuw, een tijd waarin ik wel zou zien wat er op me af zou komen.

Toen de interesse in muziek en de kennis erover toenamen, kwam ik er tot mijn teleurstelling achter dat de driekoppige band The Police al jaren verdampt was en nimmer meer zou optreden in de hoedanigheid van groep, mocht ik de deejays en andere commentatoren geloven. De blonde mannen waren cold turkey gestopt op het moment dat ze de grootste ter wereld waren, een daad die de nooit meer te verschijnen band omhulde met een mythische sluier, die overigens in 2007 al even verrassend werd afgeworpen door een in dat jaar gehouden reünietour.

Opeens opent mijn brein een herinneringslaatje van recentere tijden, en zie ik Sting op zestigjarige leeftijd met een oude kop optreden in het programma ‘Nova College Tour’. De nog steeds blonde god werd daarin blootgesteld aan vragen van studenten die waren uitverkoren om hun held van dichtbij mee te maken. Tien jaar eerder zou ik hemel en aarde bewogen hebben om de man überhaupt te mogen zien, maar nu voelde ik weinig verschil in het aanwezig zijn in de collegezaal of in mijn eigen woonkamer.

De mystiek is verdwenen, door de reünietour, maar vooral door het onvermijdelijke demasqué van het leven naarmate het doordendert; de treinen waar ik als kind onderweg naar school voor moest wachten, hebben niet langer de onbekende bestemmingen achter de horizon, maar blijken als een kip zonder (honden)kop heen en weer te rijden tussen plaatsen waar ik liever nooit kom.

De mijmering eindigt bij een studente die het lef had Sting te vragen om met haar een duet te willen zingen. De nog wel eens als arrogant te boek staande Sting zei ja, ze zouden na het interview samen ‘Every little thing she does is magic’ zingen, waarmee het laatste sprankje mystiek rond mijn jeugdheld voorgoed verdampte.

Helemaal toen bleek dat de studente slechter kon zingen dan ik. Zonder twijfel. Iedereen kon horen en zien dat het kind geen talent had op muzikaal gebied. Het contrast met de titel van het lied kon niet groter. In DWDD werd de studente gehuldigd voor haar durf om zoiets onbeschaamd te doen. Van Nieuwkerk vroeg haar wat dit voor haar betekende, of er nog meer in het vat zat. Ze wist het niet zei ze, “ik zie wel wat er allemaal op me afkomt”. Ik neem haar die uitspraak niet kwalijk, ze werd in de val gelokt.

Gelukkig is het niet de sterfelijke muzikant maar de muziek met eeuwigheidswaarde die je herinnert aan je jeugd. Aan toen je nog dacht dat de groten der Aarde alleen bereikbaar waren voor een selecte groep mazzelaars. Van de studente vernamen we uiteraard niets meer. Maar niemand had daar op het podium naast Gordon Sumner (zo heet Sting) mogen staan. Behalve ik. Maar dan in 1984. Met een grote bos blonde krullen, een blik potloden als microfoon in mijn hand en mijn moeder achter de coulissen.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

5 reacties op “Demasqué”