De warming-up

Een totaal onbelangrijk onderdeel van het voetbalspel, maar ook van andere sporten, is de warming-up. Warm worden. Een beetje op en neer hollen dus. Of, zoals Maradona het aanpakte, met losse veters wat met een bal jongleren terwijl er een leuk deuntje door de luidsprekers van het stadion schalt. Nou, dat is dus buiten alle trainers die een papiertje van het CIOS hebben, gerekend. Zij maken van de warming-up een soort wetenschap.

Begrijp me goed, ik pleit er heus niet voor dat middelmatige verdedigers als André Ooijer, Gerry Koning of Alje Schut voor hun wedstrijd nonchalant een balletje in de lucht gaan houden. Dat zou er potsierlijk uitzien. Ze kunnen het vermoedelijk niet eens. Maar hetgeen ze nu van hun trainer moeten doen is ook niet best. Of eigenlijk, de assistent-trainer; dat is uiteraard de chef pionnetjes.

Honderden neemt-ie er mee naar het stadion waar gespeeld zal gaan worden. Vijf uur voor de wedstrijd betreedt-ie voorzichtig het veld en begint hij met het uittekenen van het warming-up parcours. Dat is geen sinecure. Met grote stappen meet de assistent nauwkeurig de afstand tussen de pionnetjes uit; opdat de spelers zo optimaal mogelijk warm kunnen worden. Spelers warm krijgen, daar draait het op dat moment allemaal om voor de assistent. Een roeping is het.

Ik heb wel eens een helikopter gehuurd en ben boven een stadion gaan vliegen waar een assistent net klaar was met het neerzetten van de pionnetjes. Bleek de beste man gewoon de sterrenbeelden Stier, Steenbok en Ram te hebben neergelegd op het veld. En inderdaad, dat zijn ook de beste sterrenbeelden om warm van te worden. Heeft u ooit iemand van een Waterman warm zien worden? Ik niet.

Je had er vroeger niet mee aan moeten komen bij de profvoetballers, zo’n heel warming-up parcours in de vorm van drie sterrenbeelden. Bij Johan Cruijff mocht je al blij zijn als-ie geen peuk in z’n bek had tijdens het warmlopen. Zei een trainer iets van z’n ondermaatse warming-up, dan zei Johan altijd iets terug als:‘Kijk, geen warming-up is in feite ook een warming-up; alleen word je er niet warm van, da’s logisch. Daarnaast, warmte is ook maar revalidatief. Op Mars is het veel warmer.’ Was zo’n trainer wel weer uitgeluld.

Hoe anders gaat het er nu aan toe. De spelers lopen zonder weerwoord zes keer een Stier rond. Zelfs in het amateurvoetbal gebeurt het. En daar is het helemaal triest. Als er bij een voetbalwedstrijd meer pionnetjes zijn betrokken dan toeschouwers, wordt het wel heel erg treurig. Daar zou de KNVB tegen op moeten treden, in plaats van te verbieden dat die weinige toeschouwers een glaasje bier mogen drinken langs de lijn. Alcohol heb je doorgaans namelijk wel nodig als je naar zo’n goed opgewarmd, doch verschrikkelijk voetballend amateurteam kijkt.

Warming-up van Maradona:

 

7 reacties op “De warming-up”