Balkanvoetballers

Mensen uit voormalig Joegoslavië zijn vaak begenadigde voetballers. Sterker nog, ik ken niemand uit die contreien die niks met een Bal kan. Dat is naast een woordgrap ook nog eens waar. Ik ken nu eenmaal niet zoveel Kroaten, Serviërs, Montenegrijnen en inwoners van weet-ik-veel-in-hoeveel-landen Joegoslavië nog meer uiteen is gevallen.

De weinige mensen met roots in de Balkan die ik wel ken, zijn allemaal prima voetballers, maar hebben ook allemaal mijn moeder uitgescholden. Dat schijnt er een beetje bij te horen. Iemands moeder op een voetbalveld uitmaken voor alles wat God verboden heeft, is op de Balkan net zoiets als een afgezakte kous weer omhoogtrekken. Een automatisme.

In Belgrado schijnen de aanvoerders het tijdens de toss alvast even tegen elkaar te zeggen: ‘Je moeder is een hoer’. ‘Die van jou ook’. ‘Ok, prettige wedstrijd!’. ‘Hetzelfde’. De grootste fanatiekelingen op scheldgebied zitten echter nog op de bank. Ze zijn daar druk bezig de tirade in te studeren die ze voor de moeder van de trainer in petto hebben bij een succesvolle invalbeurt. Waar je in Nederland de technische staf met een notitieboekje in de weer ziet, daar zijn het in de Balkanlanden juist de wisselspelers die, vlak voor hun invalbeurt, nog een mooie laatste belediging op een kladblok schrijven.

Trainers weten daar niet beter. Iemand die in is gevallen en scoort, loopt daar briesend en spugend van woede weg, gebaart wat naar een dug-out die 60 meter verderop staat en geeft de moeder van de trainer de volle laag. Wie dat niet doet is geen echte trotse Balkanman, een moederskindje dus eigenlijk, en zit de volgende keer gewoon weer op de bank.

Hoewel stadion Woudestein in niets lijkt op de heksenketels die we in de Balkan wel eens zien, was Vitesse-speler en Sloveen Dalibor Stevanovic afgelopen zondag toch even vergeten dat hij nu bij een Nederlandse club zat. Even waande hij zich weer in de Balkan. Het slachtoffer van de scheldkanonnade die derhalve logischerwijs volgde op z’n treffer heette Theo Bos.

Na de wedstrijd reageerde die dan weer typisch Nederlands op het incident. De nuchterheid zelve. Want tja, die jongen kwam nou eenmaal van de Balkan en daar reageren ze nogal emotioneel, en mijn moeder kan inderdaad nog wel eens vervelend zijn…etc. Dalibor moest natuurlijk wel even z’n excuses aanbieden, maar Theo bleef vooral kalm.

Een prima manier om met dit soort hysterische druktemakers om te gaan. Daar had Huub Stevens in zijn tijd bij PSV nog wat van kunnen leren toen hij met Danko Lazovic te maken kreeg, de Moeder aller moederbeledigers. Misschien had hij dan nu zelfs nog wel bij PSV gezeten, en niet in Oostenrijk. Een land dat gevaarlijk dicht bij de Balkan ligt.

4 reacties op “Balkanvoetballers”