Hond en boek

Dieren zijn leuk, lief, stom en/of eng. Alle reden om erover te schrijven dus. Vanaf heden iedere zaterdag een al dan niet op de waarheid berust verhaal waarin dieren de hoofdrol spelen. Deze keer over het geheime leven van de hond.

Een week of drie geleden ontstond in de kroeg het idee dat ik een hond zou moeten nemen. Er gebeuren rare dingen in de kroeg. Na een paar biertjes stemde ik toe, op voorwaarde dat mijn toekomstige hond een niet schijtende hond zou zijn. U begrijpt, het was een dolle boel in de kroeg.

De dag erna was ik alweer half vergeten dat ik een hond zou nemen. Eén van mijn vrienden niet. Hij had voor mij een boekje over honden aangeschaft, ‘Het geheime leven van de hond’ getiteld. Het boekje is geschreven door David Taylor en vermoedelijk vertaald door Google Translate – er staan zinnen zo krom als hoepels in de Nederlandse uitgave van het boekje. In de titel staat ‘geheime leven’ om de een of andere reden schuingedrukt. Het bleek de voorbode voor een vreemd boekje.

In het boekje geeft de schrijver namelijk in een kort stukje, via zinnen waar soms geen eind aan lijkt te komen, antwoord op een vraag die hij zichzelf stelt. Op pagina 33 vraagt David zich bijvoorbeeld af: ‘Hoe goed kan een hond horen?’ Het antwoord begint even zakelijk als normaal, met de zin ‘Honden kunnen uitstekend horen.’ Daarna komen hij en de vertaler tot het volgende proza:

‘Ze vangen geluiden op een veel grotere afstand op dan mensen en ze kunnen hun binnenoor zodanig afsluiten dat ze die geluiden uit het achtergrond lawaai kunnen filteren waar ze zich op willen concentreren – ze weren zich prima op een cocktail party!’

In het boekje staan nog veel meer van dit soort lollige verhaaltjes, met daarnaast altijd een foto van een hond, meestal met de tong uit de bek hangend. Bij één verhaaltje staat echter een hondenanus afgebeeld. Dat is niet voor niets, want de vraag die David zichzelf stelt, luidt als volgt: ‘Waarom snuffelen honden aan elkaars achterste?’ Na de tweede zin van het antwoord gelezen te hebben, lag ik proestend op de grond. Komt-ie:

‘In tegenstelling tot de mens doen honden dit voortdurend. Mensen vinden het ontzettend onsmakelijk en veel te familiair. Maar waarom snuffelen honden toch aan elkaars achterste? Honden hebben vlak aan de binnenkant van hun poepgaatje een klier die een speciale stof uitscheidt. Ze gebruiken deze stof niet alleen om met geurvlaggen hun gebied af te bakenen, maar hij bevat ook een chemische boodschap die wij niet kunnen ontcijferen, maar die andere honden vertelt over de identiteit en het geslacht van de eigenaar van het achterste.’

Man, wat ben ik blij dat er iemand een middagje achter Google Translate heeft gezeten om dit werkje van David Taylor te vertalen.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

2 reacties op “Hond en boek”