Enge schapen

Dieren zijn leuk, lief, stom en/of eng. Alle reden om erover te schrijven dus. Vanaf heden iedere zaterdag een al dan niet op de waarheid berust verhaal waarin dieren de hoofdrol spelen. Deze keer staat het schaap centraal. 

Ergens gedurende de afgelopen lente bracht ik mijn ouders ’s ochtends met de auto naar het begin van het Pieterpad. Het begin van het Pieterpad is het einde van de wereld in Nederland: een dijk vlakbij het Noord-Groningse Pieterburen, bekend van de zeehondjes. Maar er zijn ook schapen.

Daar kwam ik achter toen mijn vader al vloekend de fietsen van het fietsenrek probeerde te halen en mijn moeder iets met een thermoskan stond te doen – mijn ouders waren hier voor een fietstocht, met onderweg een koffiepauze. Ze stonden achter verrotte houten paaltjes met prikkeldraad eraan. Hun hypnotiserende gekauw trok me weg bij het gevloek en de thermoskan. Een paar seconden later vond ik mezelf terug aan de rand van het prikkeldraad.

We keken elkaar aan, de schapen en ik. Het gekauw werd intimiderend, evenals de blik van enkele schapen. Ondanks het prikkeldraad werd ik een beetje bang. Het grootste schaap begon geluid te maken: bèèèèèèèèèèh. Anderen volgden. Bèèèèèèèèèèh. Bèèèèèèèèèèh. Even stilte, en dan weer een schaap: bèèèèèèèèèèh. Ze klonken boos. Mistflarden, afkomstig van zee, nestelden zich tussen de schapen, die zonder te knipperen hun donkere ogen op mij gericht bleven houden. Ik werd banger en banger.

Het kauwen der schapen ging in het steeds onheilspellender wordende landschap ook maar door. Het was niet langer hypnotiserend en intimiderend, maar had eerder een hallucinerende werking op mij. In een angstaanjagend visioen zag ik ze kauwen op mijn vader en moeder. En daarna verslonden ze ook mij, herkauwend tot er alleen nog pulp van mij over was. Bèèèèèèèèèèh… bèèèèèèèèèèh… bèèèèèèèèèèh, bleef het echoën in mijn hoofd. Ik was, daar op de dijk bij Pieterburen, figurant in de horrorfilm The Chewing Sheep III.

Weer wat bij zinnen zag ik dat er tussen de schapen ook hele lieve lammetjes stonden. Ze keken onschuldig en zwegen – over films gesproken. Hoe kunnen zulke wezentjes toch uitgroeien tot die kauwende, vuil loerende en blatende monsters?, vroeg ik me af terwijl het vloeken was gestopt en de thermoskan veilig in een fietstas was opgeborgen. Mijn ouders begonnen aan hun fietstocht en ik reed zo snel mogelijk weg in de auto. Heel ver bij die enge schapen vandaan.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.