Motorclubs

Dit zouden mijn laatste letters kunnen zijn voor dit zeer invloedrijke weblog. Dit stukje gaat over motorclubs. Clubs van mensen met een motor dus. Niet iedereen die een motor bezit, gaat bij een club, maar met name als de motorbezitter een baard draagt, en 36 tatoeages heeft, is het wel de gewoonte.

De mensen die lid zijn van een motorclub staan eufemistisch beschreven wat minder goed bekend dan mensen die lid zijn van bijvoorbeeld een koekjesbakvereniging. Vandaar dat dit mijn laatste letters zouden kunnen zijn. Toch denk ik dat het uiteindelijk niet zo ver zal komen. Ik leg uit waarom.

Iemand die lid is van een koekjesbakvereniging ‘koekebakker’ noemen, dat kunnen ze hebben daar. Wanneer je iemand van een motorclub een ‘motorrijder’ noemt, zul je vermoedelijk ook niks van ze horen, maar veel verder moet je ook niet gaan.

Frits Barend, die ging wel verder en noemde ze ‘lid van een criminele organisatie’. Hij bood live op televisie, met trillende beentjes, zijn excuses aan nadat de Hells Angels de studio van Barend & Van Dorp opgewacht hadden, zoals voetbalsupporters dat tegenwoordig met spelersbussen doen.

Het was voor het eerst dat ik aanstoot nam aan de mannen met baarden en tatoeages. Ik bedoel, heb je een keer de kans om Frits Barend op z’n smoelwerk te timmeren, laat je hem wegkomen met excuses. Excuses, daar koop je geen nieuwe bougies van. Van Frits Barend op z’n smoelwerk timmeren ook niet, maar dan heb je tenminste nog Frits Barend op z’n smoelwerk getimmerd. Ze deden het niet. Excuses waren genoeg.

Het was tekenend, want sindsdien gaat het van kwaad tot erger met de motorclubs. Naar eigen zeggen doen ze niks anders dan een beetje op hun lawaaimachine door het land rijden, en biljarten in een clubhuis. Ze leiden het leven van mijn opa.

Als een gemeente ze weg wil hebben, dan gaan ze gewoon. Laatst verliet Hells Angels-president Daniel Uneputty nog zonder morren voor het laatst het clubhuis in Amsterdam. Gezeten op een soort jetski met wieltjes reed hij weg. Hij moest bijna huilen. Geen coke onder z’n neus. Geen lijk in een zijspan naast hem. Geen koffers vol zwart geld achterop de motor. Niks. Ja, zo’n olijk gesprekje met een verslaggever van Powned.

Vrij naar de Duitse voetbalanalist Günter Netzer op het WK 2006 over het saai en verdedigend spelende Nederlands Elftal: jullie zijn mijn Hells Angels niet meer!

Nu is het wachten op de eerste bedreiging van zo’n in een inktpot gevallen baardmans met brommer. Gebeurt waarschijnlijk ook niet eens. Zo erg is het. Morgen weer een stukje.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Één reactie op “Motorclubs”