Medelijden met Joop

Afgelopen zaterdag werd de Joop der Jopen (hij heroverde die titel vorige maand in een bloedstollende titanenstrijd met Joop van Zijl) 65 jaar. Op het zeer belangrijke wielerblog Hetiskoers.nl was het daarom Joop Zoetemelkweek. Dit was mijn bijdrage. Omdat Joop nooit genoeg in het zonnetje kan staan, en Jan Janssen een ontzettende lul is, verschijnt het artikel nu ook hier. 

Iedere keer wanneer ik Joop op tv zie, voel ik maar één ding: intens medelijden. Niet omdat ik weet dat hij wel eens van een jachtpartij terugkeert zonder een gems om z’n nek. Dat is prima. Het kan niet altijd feest zijn. Mijn medelijden wordt ook niet veroorzaakt door zijn vele tweede plaatsen. Juist niet. Tweede worden is best eervol. Addy Engels was graag eens ergens tweede geworden, al was het maar in een onduidelijk Vlaams criterium.

Het heeft ook al niks met de naam ‘Zoetemelk’ te maken, alhoewel het natuurlijk een beetje een gekke naam is. Laat ik het zo zeggen: wanneer ik op het punt zou staan een huis te kopen en mijn notaris heette Joop Zoetemelk, dan dacht ik nog wel twee keer na voor ik mijn handtekening zette. Hetzelfde geldt voor een dokter met de naam Joop Zoetemelk. Daar trek ik mijn broek niet voor uit. Maar voor een wielrenner is het een uitstekende naam. Beter kan eigenlijk niet. Alsof hij zo uit een jongensboek komt wandelen – of fietsen, in zijn geval.

En toch is er elke keer weer dat gevoel van medelijden wanneer ik op tv naar die minzame glimlach en die ver in de oogkassen verscholen ogen van Joop kijk. Het is vaak in de zomer, vlak voor of tijdens de Tour de France. De Tour de France, die Joop Zoetemelk ooit won. Slechts één Nederlander presteerde hetzelfde. Helaas heet die Nederlander niet Koos Moerenhout.

Ik had het Joop zo gegund, een Koos Moerenhout als enige andere Nederlandse tourwinnaar. Koos Moerenhout is een vriendelijke jongen met sproeten. Koos en Joop, van achteren Moerenhout en Zoetemelk; dat klopt als een bus. Ze hadden samen, gezeten op een gele tandem, de misdaad kunnen gaan bestrijden toen Koos stopte met wielrennen. Koos en Joop, dat klinkt toch veel beter dan Batman en Robin?

Misschien gaat m’n fantasie hier wat met me op de loop, maar Koos en Joop hadden wel samen in tv-programma’s kunnen gaan zitten, vlak voor of tijdens de Tour de France. Gewoon als Koos en Joop, twee gezellige, maar bescheiden Nederlandse oud-tourwinnaars, die rustig wat babbelen over wielrennen. Wat was dat mooi geweest.

Helaas won Koos de Tour dus nooit. Hij won niet eens een etappe. De harde en naakte waarheid is dat Joop het met een Jan moet doen. Jan Janssen. De onuitstaanbare Jan Jansen, die – met het even onuitstaanbare paarse brilletje op z’n kop – elke mogelijkheid aangrijpt om een anekdote te vertellen waarin hijzelf uiteindelijk de hoofdrol speelt.

Het maakt Jan Janssen tot een waardeloze kampioen van vroeger. Kampioenen van vroeger zijn bescheiden, zoals Joop. Het beste voorbeeld daarvan is de kampioen der kampioenen, Ed Merckx. Die zul je af en toe alleen horen mompelen: ‘Mjoa, ik had er wel aardig goesting in hard te koersen.’ Dat is voldoende voor een echte kampioen van vroeger.

Dat weet ook Joop. Je ziet het hem denken wanneer hij in een tv-programma voor de zoveelste keer naast een maar doorratelende Jan Janssen moet zitten. Op dat soort momenten mist Joop een Koos. En daarom heb ik medelijden met Joop Zoetemelk.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Één reactie op “Medelijden met Joop”