De dood van Fritz Korbach

Iets langer dan een week geleden werd bekend dat Fritz Korbach ongeneeslijk ziek was. Of, zoals hij het zelf zei, Magere Hein in z’n broekzak was gekropen. Hij zou nog enkele maanden te leven hebben. Uitgezaaide keelkanker. Hoewel ongeneeslijk ziek, was Korbach niet van plan dood te gaan. Hij stond met 2-0 achter, maar zou zijn ziekte in de blessuretijd nog wel vellen met een hattrick.

Tegen beter weten in hield hij hoop. Dat paste bij Fritz Korbach. Net als de metaforen waarmee hij het nieuws over zijn aanstaande dood duidde. Een paar uur nadat een dokter in een kil kamertje had gezegd dat geen enkele behandeling effect sorteerde, begon hij over een Magere Hein in z’n broekzak en een hattrick die zijn leven zou redden. Korbach ten voeten uit. Altijd blijven lachen, niet alleen het credo van clown Bassie, maar ook van Fritz Korbach.

Naast humor is er nog een woord onlosmakelijk verbonden met Fritz Korbach. Ik gebruikte het zo-even al terloops, dat zal de oplettende lezer zeker opgevallen zijn. Effect. Fritz Korbach had zijn eigen effect. Wie onderaan stond en zijn trainer de wacht aanzegde, kon kort na het aanstellen van Fritz Korbach als trainer zo een puntje of twaalf toevoegen aan het schamele aantal dat het tot dan toe had verzameld. Nog een seizoen op het hoogste niveau. Dankzij Fritz en zijn effect.

Wat het Korbach-effect precies veroorzaakte, neemt Fritz mee in zijn graf. Maar ik denk dat humor aan de basis lag van het effect. Spelers die altijd verliezen, moet je laten lachen. Zo simpel is het. Geen flip-over waarop jij een kruisje bent en een stippellijntje weergeeft hoe je straks moet rennen, kan op tegen lol. En lol kon je hebben met Fritz. Ook als hij niks zei. Dan zag je een sigaar en de gekste bril aller tijden op het puntje van Fritz z’n neus.

Eén keer zag ik die sigaar en dat brilletje in het echt. Fritz verzorgde ter ere van het achtste lustrum van mijn amateurvoetbalvereniging een training. Tijdens het positiespel gaf ik blijk van mijn enorme talent middels een schitterend hakje. Ik keek naar Fritz en wachtte op een complimentje. Er kwam niks. De sigaar in z’n mond – die hij vermoedelijk tijdens de training niet eens in z’n mond had, maar uit mijn verbeelding was ontsproten -, de stoïcijnse blik en het brilletje op z’n neus maakten veel goed. Verder gebruikte Fritz die avond veelvuldig het woord ‘ophoeren’. Na afloop van de training stond hij op de bar in de kantine en bood een fust bier aan. Zelf dronk hij water.

Nu is Fritz dood. Veel eerder dan de maanden die hem nog beloofd waren. Hij had terminale kanker en stierf aan een hartaanval.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.