Herbert en Maarten in Frankrijk (etappe 2): Bij de bakker

Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot doen nu al een aantal jaren op verschrikkelijke wijze verslag van de Tour de France. Herbert vertelt op een onuitstaanbare manier allerlei feitjes (vaak zes keer hetzelfde feitje per etappe) – het liefst over kastelen – en Maarten verbaast zich over alles. Echt alles. Samen herkennen ze bijna geen enkele renner en snappen ze niks van wielrennen. Ondertussen doen ze in Frankrijk natuurlijk ook nog de alledaagse dingen. Vandaag gaan ze bij de bakker langs.

Maarten: ‘Herbert jongen, mijn maag zit te brullen alsof ik een brommer heb ingeslikt, dit is echt ongehoord. Ik moet nu wat eten, of ik hang straks als een slap washandje aan de lijn te wapperen…Ik loop hier echt als een bleke aal in de rondte.

Herbert: ‘Ik lust inderdaad ook wel wat. Het schijnt dat hier verderop een heel leuk bakkertje zit. Alain Dependance heet-ie. Het is een bakkertje die als sinds 1987 zijn zaak bestiert, samen met z’n vrouw Desiree Dependance, die overigens een mountainbikeverleden heeft; in 1983 werd ze tweede bij het Frans kampioenschap. Vlak achter Francine Derailleur, de dochter van de Parijse Nobelprijswinnaar Didier Derailleur. Ze baalde daar toen zo van dat ze zichzelf eerst vier jaar lang heeft opgesloten in een Frans achttiende-eeuws neoclassicistisch kasteeltje, met zeer fraaie eclecticistische ornamenten, in Souffleville sur Mer. Daarna heeft ze zich weer bij haar man Alain gevoegd om brood te bakken.

Toen Herbert begon over de dochter van de Parijse Nobelprijswinnaar Didier Derailleur had het illustere tweetal allang de voordeur van de bakker bereikt. Een hongerige Maarten staat inmiddels voor de vitrine van het bakkertje.

Maarten: ‘Herbert! Terwijl jij over die vrouw van de bakker zit te raaskallen, sta ik hier alweer te kijken naar een croissantje dat zich helemaal krom moet harken om achter dat puddingbroodje te blijven liggen. Ongelofelijk hoe makkelijk dat puddingbroodje dat doet. Die snokt hier zo al z’n pudding uit het broodje. Wat een courage! Hij zit hier maar te wrotten alsof het allemaal niets is. De andere broodjes zullen z’n pudding wel kunnen drinken op dit moment, en het dan over z’n kadaver weer uitspugen.

Herbert: ‘Het is inderdaad een mooi puddingbroodje, Maarten. Maar ik denk dat we gewoon twee stokbroden moeten kopen. Want, Maarten, wist jij dat het stokbrood al dateert uit de negentiende eeuw. Het recept komt, heel verrassend, mag ik toch wel zeggen, uit Oostenrijk. Toch wordt stokbrood vooral veel gegeten in Frankrijk, met name kasteelheren van achttiende-eeuwse neoclassicistische kasteeltjes, met zeer fraaie eclecticistische ornamenten, krijgen er maar niet genoeg van. Het standaardgewicht van een stokbrood is overigens 250 gram, Maarten…’

Maarten: ‘Met alle respect hoor Herbert, maar jij zit hier de hele doopceel van het stokbrood te lichten, terwijl dat bakkertje hier op de kop en met z’n ogen achterstevoren in z’n hoofd meel zit te happen. Kijk ‘em nou bakken! Ik snap er alleen niks van. Achter hem staat een hele mand vol stokbroden. Wat zit die bakker daar nou met dat meel te pieren?! Begrijp jij het, dan begrijp ik het. Ik eet hier nog een stuk uit de vloer straks.’

In plaats van een stuk uit de vloer te eten, kochten Herbert en Maarten toch maar twee stokbroden. Bij nadere  inspectie bleken dit echter twee salami’s te zijn. Ze hadden zich een deurtje vergist en waren bij een slager beland.

Volg ons Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar. 

Lees ook hoe het illustere duo benzine ging tanken.         

19 reacties op “Herbert en Maarten in Frankrijk (etappe 2): Bij de bakker”