Groeten op de camping

Het is juli. Samen met augustus dé maand om er eens op uit te trekken en drie weken lang op een handdoek bij een veel te druk Frans campingzwembad te gaan liggen. De kinderen de hele dag van de glijbaan, en papa en mama op hun dikke reet met een kruiswoordpuzzel of een waardeloze ‘literaire’ thriller van Scandinavische origine aan de kant. Vakantie.

Bij een vakantie aan een campingzwembad hoort ontegenzeggelijk ook een camping. Daar ontbijt je ’s ochtends aan een opklaptafeltje dat nooit helemaal stabiel staat; ’s avonds speel je Yahtzee aan hetzelfde wankele tafeltje. Maar het gaat mij om de ochtend. Dan vindt het ochtendgroeten plaats tussen de verschillende campinggasten. Op de één of andere manier is dat mooier dan het groeten in de middag of avond. Dat heeft denk ik met het decor te maken.

Het decor ziet er ’s ochtends als volgt uit: een door de dauw nog vochtig grasveld met allemaal caravans en tenten. Voor die caravans en tenten dus wankele tafeltjes met ontbijtproducten erop. Aan die wankele tafeltjes met ontbijtproducten erop, mensen die zitten te ontbijten of de voorbereidingen daarvoor treffen. Het is het mooist als die mensen met een warrig ochtendhoofd en in hun nachtkleding aan het tafeltje zitten.

Ondertussen wandelen er allemaal mensen langs de wankele tafeltjes met ontbijtproducten erop, die altijd iets onder hun armen hebben. Dat kan een toilettas zijn. Maar ook een slap stokbrood dat ze net hebben gekocht bij de campingbakker. Bij deze mensen is het echter om voor de hand liggende redenen het mooist wanneer ze een toiletrol onder hun arm dragen.

De randvoorwaarden voor een goede ochtendgroet zijn nu geschapen. Nu is het aan de groet zelf. Die moet geen Frans bevatten. Dan zegt er een Hollander met een toiletrol onder z’n arm ‘bonjour’  tegen een stel druk door elkaar heen kakelende Fransen die wijn zitten te zuipen (Fransen drinken altijd wijn, ook bij het ontbijt). Niks aan. ‘Bonjour’ is geen fijne groet, zelfs niet als het wordt uitgesproken door iemand met een Rotterdamse tongval. ‘Bonjoerrrr.’

Het wordt pas mooi als Nederlanders elkaar begroeten. Dan kan het in het Nederlands. Althans, een soort van Nederlands. Wanneer een Nederlander een andere Nederlander ’s ochtends groet op de camping, zegt hij namelijk ‘Môge’. En degene die begroet wordt, zegt – met de bek vol hagelslag – heel rustig ‘Môge’ terug. Misschien met een simpel handgebaar erbij. En dat elke ochtend weer. Schitterend.

Het ‘Môge’ zeggen bereikt echter zijn climax bij mensen die nieuw zijn op de camping. Officieel weet je nog niet uit welk land ze komen, maar toch waag je het erop en zeg je, met je toiletrol onder de arm, ‘Môge’. ‘Hoe weet hij nou weer dat ik uit Nederland kom?’, vraagt degene die begroet wordt zich af, terwijl hij in z’n driekwartbroek pindakaas op z’n stokbroodje smeert.

Volg ons Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar. 

4 reacties op “Groeten op de camping”