Begrafenis

Eigenlijk doet het er niet toe, maar toch maken veel mensen zich er druk om: hun begrafenis. Het is een soort laatste paradoxale ontkenning van je eigen sterfelijkheid, zo’n potsierlijke plechtigheid voor jezelf organiseren. Lekker gedichten en muziek laten horen die jij leuk vond. Terwijl het toch van veel meer realiteitszin zou getuigen als je gedichten en muziek zou laten horen die je gasten leuk vinden; die hebben er nog wat aan. Een begrafenis is vaak een pathetische poging om niet vergeten te worden. Of het op z’n minst met een week uit te stellen.

Nee, als je levenswerk een begrafenis is, dan heb je naar mijn mening iets verkeerd gedaan. Voor veel mensen lijkt het dat wel te zijn, een levenswerk. Zo druk zijn ze er mee. Alle details moeten geregeld worden, tot de met in diamant gestikte initialen van de overledene op de stoeltjes voor de gasten aan toe. Want zo ver gaat het tegenwoordig. Ik zou al doodsbang worden wanneer ik een kist voor mezelf uit moest zoeken. Zo’n verkoper die tegen je zegt: ‘Nou meneertje, deze kist heeft dus heel veel ligcomfort en is daarnaast geheel knaagbestendig. U moest eens weten wat die ratten daar onder grond allemaal uitvoeren, haha…’

Al die gekkigheid kost natuurlijk een hoop geld. Ik zou een moord doen (hopen dat het slachtoffer z’n begrafenis een beetje goed geregeld heeft) voor een zoon van iemand die dat in zijn speech op de begrafenis eens zou benadrukken: ‘Beste gasten, door die gekke vader van mij, met z’n idee om iedereen op een wit paard van de aula naar de begraafplaats te vervoeren, kan ik goddomme nog niet eens een all-inn vliegvakantie naar Turkije betalen van de erfenis.’

Door deze situatie raakt hij overmand door emoties en kan hij alleen nog maar uitbrengen: ‘Het wordt me eventjes te veel…Eet u rustig verder van uw kaviaar en spoel het daarna weg met een glaasje van de champagnetoren bij de uitgang…O ja, u mag na de plechtigheid het witte paard mee naar huis nemen. Voor mensen die zelf geen paardentrailer hebben, wees gerust; buiten de poort staat er in principe voor iedereen eentje klaar. Godverdomme…’

Ja, lekker gek doen dus, op begrafenissen. Misschien moet ik mijn eigen begrafenis toch ook maar op die manier aan gaan kleden. Erg rijk ben ik nog niet, dus ik zal het creatief aan moeten pakken. En humorvol, want daar hou ik van. Je begrafenis moet tenslotte toch een beetje het verlengstuk van je leven zijn, zou de verschrikkelijke slogan kunnen zijn van een firma die doet aan funeral management. Woordgrapjes en absurdisme dus; daar hou ik van.

Om te beginnen de woordgrap: ik zou iedereen een pakje diepvriesdoperwten cadeau doen en via een emotionele brief vragen of ze de inhoud ervan, vlak voor ik onder de grond verdwijn, in mijn kist willen gooien. Rest In Peas. De wat minder smakelijke variant zou zijn dat men bij het afscheid nemen nog even in mijn kist pist. Rest In Pies. Ook mooi. Maar dood in een houten kist vol erwten liggen, dat lijkt me helemaal het einde (deze alinea moest natuurlijk eindigen met een klein woordgrapje).

Het absurdistische gedeelte van mijn uitvaart vindt daarna plaats. In plaats van een kruis verschijnt er op mijn graf een grote cactus met van die armpjes, die u wel kent uit Westerns. Uit Westerns, dus iedere gast krijgt een cowboyhoed cadeau en moet die van een nog nader te bepalen afstand op de cactus zien te gooien. Een soort ringwerpen, maar dan anders. Wie het lukt, mag me weer opgraven en heeft voor zeker een maand vlees en groente bij de aardappels.

Voor u sterft; volg ons nog even op Twitter!

Één reactie op “Begrafenis”