Tutjespap

Sinds een tijdje ken ik het woord tutjespap. Ik vind het een heel mooi woord. Dat komt onder meer doordat het bestaat uit drie lettergrepen. Precies genoeg voor een woord van negen letters. Het klopt. De letters zijn ook mooi verdeeld over de lettergrepen. Tut-jes-pap. Elke lettergreep heeft er drie. Het woord tutjespap is in balans. Dat heeft ook invloed op de betekenis van een woord.

Holocaust bijvoorbeeld, is niet in balans. Het heeft ook drie lettergrepen, maar de letters zijn ongelijk verdeeld over de grepen. Ho heeft er twee, lo heeft er ook twee, maar dan komt caust ineens heel pedant met liefst vijf letters om de hoek kijken. Dat is funest voor zo’n woord en heeft vaak weinig goeds te betekenen. En inderdaad, met het woord holocaust wordt het systematisch uitroeien van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog aangeduid. Dat klinkt natuurlijk niet zo fraai. Met name de Joden zouden er nogal eens wat hinder van ondervonden kunnen hebben.

Hoe anders is dat met tutjespap. Daar is nog nooit een Jood aan gestorven. Eén keer bijna, toen Moshe Potok zich in een Antwerps restaurant verslikte in de tutjespap. Gelukkig was er in het restaurant een man met een EHBO-diploma aanwezig die de Himmlergreep in z’n repertoire had, en zo de Jood het leven redde. De Jood was hem eeuwig dankbaar en beloonde  de redder van z’n leven met een stukje aardbeienkwark ter waarde van slechts 4 euro 35. Moshe was dan wel blij, maar hij bleef natuurlijk ook een Jood…

Het is geen toeval dat de voorgaande scene tussen de stikkende Jood en de EHBO’er zich afspeelde in Antwerps restaurant. In Antwerpen wonen veel Joden, meer dan gemiddeld in het Nederlandse taalgebied beschikken de mensen er over een EHBO-diploma en, bovenal, tutjespap is een Vlaams gerecht. Het was dus gek geweest als de scene zich had afgespeeld in Workum. Ok, Moshe is daar een keer naar het Jopie Huisman Museum geweest, maar de kans dat je er tutjespap voorgeschoteld krijgt, en je dan ook nog verslikt, is natuurlijk buitengewoon klein. Of lyts, zoals ze in Workum zeggen.

Sowieso is de kans al niet echt groot dat je je verslikt in tutjespap, al eet je het elke dag. Daar heb je echt weer zo’n stomme Jood voor nodig. Tutjespap is namelijk aardappelpuree met botermelk. Niet echt een gerecht dat voorkomt in de verslik-top10. Maar zo’n Moshe Potok krijgt dat dan weer voor elkaar! Je zou er haast antisemitisch van worden. Want het doet de tutjespap geen recht. Het is een schitterend streekgerecht dat je maar gewoon door hebt te slikken!

Dat ik zo emotioneel word, komt noch door de gestampte aardappels, noch door de botermelk. Nee, er is nog een derde ingrediënt dat ik tot nu toe verborgen heb gehouden voor u. Het is het ingrediënt dat de tutjespap tot tutjespap maakt. Een ei. Wat doe je namelijk als je de aardappels geprakt hebt en er een beetje botermelk doorheen geroerd hebt? Dan schep je het, volgens de definitie die ik vond op een Vlaamse website, in een bord, maak je er een kuiltje in en zet je er zo een gekookt ei in. Een prachtig beeld, zo’n bord vol aardappelpuree met, als kers op de taart, of zoals de Vlamingen het zeggen, als ei in de aardappelpuree, een ei er middenin. Lang leve die gekke Vlamingen! Lang leve de tutjespap!

Hmm…lekker tijdens het tutjespap eten twitteren. Volg ons!

26 reacties op “Tutjespap”