Straten en pleinen: de Boteringesingel

Eén keer per week parkeert Zwoebe zijn klapstoel in een straat of plein in Groningen en zal hij zijn onomwonden mening geven over de straat of het plein waar hij zich die week heeft opgehouden. Vandaag de Boteringesingel.

Ok, het regende niet, maar het was gisteren opeens wel weer behoorlijk koud. Om u een indruk te geven: in de tijd dat ik vanuit mijn woning naar de straat van bestemming liep, kwam ik niemand tegen die een geelpaarse korte broek, een hemdje met daarop de tekst ‘Mag ik je observeren, van dichtbij zonder kleren?’ en sandalen van het merk Ecco droeg. Kom je zo iemand niet tegen dan, kun je er eigenlijk wel donder op zeggen dat het niet al te warm is. Een stelling die werd bewezen door het feit dat ik veel mensen in dikke jassen tegenkwam.

U snapt dus nu hopelijk wel dat ik ook deze week geen zin had om helemaal naar Beijum te fietsen. Maar echt, lieve mensen uit Beijum, als het kwik boven de 17 graden Celsius uitkomt, en ik een kogelvrij vest heb aangeschaft – iets wat zeker na deze opmerking wel nodig is – kom ik bij u in een heerd zitten. Maar eerst de zeer dicht bij mijn woning gelegen Boteringesingel.

Ik vatte het plan op daar naartoe te gaan omdat ik, na de Ossenmarkt vorige week, wel weer eens gewoon een stier met ballen wilde zien. En die staat aan de Boteringesingel, zo wist ik mij te herinneren van de vele malen dat ik door deze singel liep en dacht: ‘Amai, wat staat daar voor zotte stier’ (ik denk soms in het Vlaams). Logisch gevolg van die gedachte was dat ik zo’n vijf minuten later met m’n grote bruine kijkers recht in het gezicht van een grote kalkstenen stier stond te kijken. Want daar ging het om, een standbeeld van een stier.

Althans dat dacht ik, en heb ik – al dan niet in het Vlaams – jarenlang gedacht, wanneer ik die stenen kolos aan de rand van het Noorderplantsoen passeerde. Nu ik, met dezelfde grote bruine kijkers als waar ik eerder The Statue Formerly Known As Stier mee in z’n gezicht had staan te koekeloeren, het plaatje op de sokkel van het standbeeld bekeek, bleek de vork anders in de steel te zitten. Het was een wisent, gebeeldhouwd door ene Wladimir de Vries, vermoedelijk een Rus met een Nederlandse achternaam, of een Nederlander met een Russische voornaam. Zekerheid kan ik daar helaas niet over geven. Die informatie stond simpelweg niet op het plaatje dat op de sokkel was bevestigd.

Maar goed, een wisent dus. Een dier waar ik eerlijk gezegd nog nooit van heb gehoord. En dat is gek, want het is een aardig groot beest, dus die hoor je normaal wel. Om een beetje kennis te maken met de wisent, ben ik drie uur lang voor hem gaan zitten op m’n klapstoeltje. Dat schepte wel een band, want na die drie uur had ik het steenkoud en deze wisent was ook van steen. Toch had ik het gevoel dat de stenen wisent en ik nog niet helemaal klaar waren met elkaar; heb ik m’n klapstoel op z’n rug gezet en ben ik bovenop op hem gaan zitten. Nou, dat ging natuurlijk niet goed, ik donderde met klapstoel en al van de wisent af. Koud en onder de schaafwonden droop ik af.

Thuisgekomen besefte ik dat ik, in plaats van in een persoonlijke relatie met de stenen wisent te investeren, beter even op Wikipedia had kunnen kijken om hem te leren kennen. Ik was er dan binnen mum van tijd achtergekomen dat hij een Europees rund is dat voorkomt in bossen. Wat zijn stenen versie in het Noorderplantsoen doet, weet ik niet. Dat zullen we aan Wladimir de Vries moeten vragen. Nu maar hopen dat hij een Nederlander is met een Russische voornaam, anders begrijpen we er nog geen flikker van. Tenzij u Russisch spreekt.

Wij twitteren in het Nederlands en niet in het Russisch, derhalve: volg ons!

Één reactie op “Straten en pleinen: de Boteringesingel”