Straten en pleinen: de Grote Beerstraat

Eén keer per week parkeert Zwoebe zijn klapstoel in een straat of plein in Groningen en zal hij zijn onomwonden mening geven over de straat of het plein waar hij zich die week heeft opgehouden. Vandaag de Grote Beerstraat.

De Grote Beerstraat is een straat die is vernoemd naar het sterrenbeeld de Grote Beer. Een sterrenbeeld dat u helemaal gratis en voor niets kunt zien wanneer u op een onbewolkte avond wat omhoog koekeloert. Hetzelfde geldt een beetje voor de Grote Beerstraat; ook daar kunt u gewoon gratis doorheen lopen. En het hoeft dan niet eens onbewolkt te zijn. Dat bleek wel toen ik een bezoek aan de straat bracht. Het was regenachtig, een kwalificatie van het weer die vaak gepaard gaat met wolken. Bovendien, ook niet echt een lekker weertype om in een klapstoel te gaan zitten.

Maar goed, je bent klapstoelcolumnist of niet, dus daar liep ik door de Grote Beerstraat, op zoek naar een geschikte plek voor mijn klapstoeltje. Ondertussen keek ik natuurlijk ook wat om me heen, zodat ik u nu via dit medium kan voorzien van mijn mening over de straat die ik al eerder als de Grote Beerstraat benoemd had.

Het eerste wat me daarbij van het hart moet, betreft een observatie over de woningen die ik in het vizier kreeg bij het opdraaien van de straat. Het waren flats, maar dan van twee hoog. Gek. Bovendien waren het hele kleine appartementen, alleen geschikt voor kaboutertjes. Hoogbouw voor kabouters, het klinkt raar, maar iets anders kan ik er denk ik toch niet van maken. Is wel meteen dat fabeltje over kabouterwoningen uit de wereld geholpen; ze wonen niet in paddenstoelen, maar in flats van twee hoog.

In slecht onderhouden flats van twee hoog. Dat is nog een belangrijke toevoeging, want de flats van twee hoog zagen er niet uit. Logisch ook, je kunt van die kleine kaboutertjes niet verwachten dat ze de boel ook nog eens heel goed onderhouden. Ik bedoel, dat kunnen ze met hun eigen gezichtsbeharing niet eens. En zo erg is het ook niet. Is er bijvoorbeeld lekkage in de Grote Beerstraat, dan is een steelpannetje natuurlijk al snel gevonden.

Na de kabouterwoningen kwam ik aan bij een groot, drassig, braakliggend stuk land. Natuurlijk een ideale plek om een klapstoel in te zetten en het er eens lekker van te nemen op deze regenachtige namiddag. Aldus geschiedde. Pas toen ik tot mijn middel was weggezakt in een mengsel van blubber en smeltend ijs, vertrok ik weer. Op weg naar twee flats met meer dan twee verdiepingen, want die stonden even verderop in de Grote Beerstraat.

Daar aangekomen bleken de bewoners van één flat de naam van hun straat niet helemaal te begrijpen; in de lobby hing een hele grote foto van een beer, die zich derhalve het beste laat beschrijven als een grote beer. Na de bewoners op de hoogte gesteld te hebben van dit betreurenswaardige misverstand en een foto gemaakt te hebben van de foto van de grote beer in de lobby, vertrok ik ook hier weer. Het hoogtepunt van mijn tripje wachtte.

De grote beer in de Grote Beerstraat



Want ook als je de Zonnelaan oversteekt, vertoef je nog steeds in de Grote Beerstraat. En daar, aan de andere kant van die Zonnelaan, wachtte de Noordsterbar. Het hoogtepunt van mijn tripje. Om u dat duidelijk te maken, hoef ik hier alleen maar de slogan die op het raam van de bar hangt op te schrijven: ‘De gezelligste bar van Groningen’. En inderdaad, de vier besnorde, met de mondhoeken omlaag hangende, types aan de toog beloofden het één en ander. Hier kon ik prima op mijn klapstoel zitten. Althans, beter dan in een groot, drassig, braakliggend stuk land op een regenachtige namiddag.

Volg ons ook op Twitter!