De knoflookpad

Gister zei iemand vanuit het niets tegen me: ‘Zeg, woonde jij vroeger niet samen met een heikikker?’ Die vraag deed mij op de één of andere manier terugdenken aan de tijd dat ik samenwoonde met een knoflookpad. Want met die amfibie woonde ik enkele jaren geleden wel samen in een leuk huisje. Hier moet u verder niks in de relationele sfeer achter zoeken. Het was puur platonisch samenwonen. We zochten allebei woonruimte en het huisje dat via de makelaar aangeboden werd, was nu eenmaal uitermate geschikt om door een mens en een pad bewoond te worden.

Nadat ik degene die aan me vroeg of ik samen had gewoond met een heikikker – wat nogal een stomme vraag was, want wees eerlijk, wie gaat er nu samenwonen met een heikikker, die beesten proberen de hele dag met veel lawaai een gat in de grond te stampen – hartelijk had uitgelachen, werd ik opeens overmand door emoties. Het jaar dat ik zielsgelukkig met knoflookpad Herbert onder één dak vertoefde, stond plotseling heel scherp op m’n netvlies.

Ik had het een beetje verdrongen denk ik, maar nu kwam het weer keihard binnen; wat een fijne tijd heb ik gehad met Herbert! In eerste instantie stond ik er wel een beetje huiverig tegenover, dat hele samenwonen met een knoflookpad, maar na de eerste avond al was mijn scepsis verdwenen. Herbert stelde voor om beter kennis te maken door twee flessen whisky leeg te drinken. Ieder eentje. Dat voelde gelijk al goed. Met padden weet je het immers maar nooit, die kunnen ook zo voorstellen om  twee flessen whisky leeg te drinken en dan zelf bijna alles opzuipen en jou afschepen met een bodempje.

Zo was Herbert niet, dus daar zaten we dan; lekker whisky te zuipen. Al vrij snel kwamen we erachter dat we allebei groot fan waren van de bij velen totaal onbekende Duitse schlagerzanger Harry Schrüpfenbeiner. Dat schept toch een band, zeker met een knoflookpad. Na twee uur zuipen en luisteren naar Harry Schrüpfenbeiner hebben we zelfs een dansje gedaan op de op één na grootste hit van Harry: ‘Ich liebe Arschficken’. Dansen met een pad, dat moet u minstens één keer meemaken in uw leven. Een ritmegevoel dat die beesten hebben! Ongelofelijk.

Na die avond zat het dus wel snor tussen mij en de knoflookpad. We hadden daarna bijvoorbeeld nooit ruzie over wie de vuilnis buiten moest zetten. Dat deed ik altijd. Je kunt van een pad toch niet verlangen dat hij voor dag en dauw met zo’n volle zak gaat zeulen. Ook op het gebied van de afwas was het vrij simpel: ik waste af en, tja, ik droogde ook. Ooit wel eens een pad met een afwasborstel of een droogdoek in z’n poten gezien? Nou, precies.

Tijdens de afwas zat Herbert wel altijd heel lief in een hoekje van de keuken naar me te kijken. Liet hij opeens een hele harde boer – dat kunnen padden als geen ander – zodat ik drie porseleinen borden uit m’n handen liet vallen. Lachen joh! En dan ging-ie daarna met z’n slijmerige lichaam op de schone vaat zitten; kon ik weer opnieuw beginnen. Ach…, ik kon het hebben van Herbert.

Bovendien, hij had een moeilijke jeugd gehad, z’n ouders waren beiden omgekomen bij het oversteken. Daarom deed ik ook altijd alle boodschappen. Om bij de supermarkt te komen moest je immers een straat oversteken. In de tijd dat ik boodschappen ging doen, kon Herbert dan mooi heel uitgebreid douchen. Vergat-ie vaak de kraan uit te draaien, zodat er geen warm water meer voor mij was. Ach ja, van koud douchen is ook nog nooit iemand dood gegaan. En Herbert was nooit te laat met de huur. Hij betaalde gewoon helemaal niet. Ook wel zo duidelijk voor iedereen. Die mooie tijd zal wel nooit meer terugkomen…

Nu ik godverdomme dit hele verhaal zo opschrijf, lijkt het er trouwens eigenlijk wel een beetje op dat die hele Herbert maar een lul van een pad is! Hoe heb ik me zo kunnen laten misleiden. Door een pad nog wel, van het soort knoflook…Nee, laat alle knoflookpadden vanaf nu maar sterven aan een ziekte die dodelijk is voor knoflookpadden! Ik ben klaar met ze.

Via je pc of je iPad (hehe); volg ons op Twitter!

11 reacties op “De knoflookpad”