Een …mens

Het is niet erg gebruikelijk drie puntjes te verwerken in de titel van een stukje. Ik deed het toch. Dat komt omdat ik me bijzonder erger aan een ‘bepaald taaldingetje’ dat zich heeft genesteld in de Nederlandse (spreek)taal. En dat is niet eens de term ‘bepaald taaldingetje’. Nee, het gaat erom dat iedereen zichzelf sinds kort als een bepaald soort mens benoemt. Als ik een verschrikkelijke vent was, zou ik me bijvoorbeeld een ‘stukjesschrijfmens’ kunnen noemen.

Het verschijnsel duikt vooral op in kookprogramma’s. Dat is het afvoerputje van pratend Nederland. Wie taalverloedering en coquilles in één beeld gevangen wil zien, moet naar programma’s als ‘Wie is de chef’ kijken. Daar staat om de haverklap een type met een bril met de dikke pootjes te oreren over wat voor mens hij is. En inderdaad, maar al te vaak is hij een coquillemens.

Het is een bepaald slag mensen dat zich een …mens noemt. Een bouwvakker zul je denk ik niet zo snel horen zeggen dat hij een stenenmens is, of een metselmens. Het zijn vaak de jongens die zich ‘in het dagelijks leven’ – over onuitstaanbare termen gesproken – bezighouden met een Engelstalige functie. Al komt het moment dat een bouwvakker een ‘manager bricks and masonry’ is, ook steeds dichterbij, vrees ik.

Tot die tijd doen ze nog niet mee aan de kookprogramma’s en dus ook niet aan het …mensengedoe. Niet vaker hadden de bouwvakkers meer gelijk. Het is verschrikkelijk. Die lui kunnen werkelijk van alles zijn. Om dat te bewijzen een opsomming die er niet om liegt: een perzikenmens, een inductiemens, een kaassausmens, een houtentafelmens, een knijpflesmens, juist een tubemens of een vanillemens.

Noemt zo’n type zichzelf eens niet een …mens, dan is er altijd wel een ander mens die vraagt of hij geen …mens is. De gekste vraag hoorde ik eens bij zo’n kookprogramma toen iemand, die een groente geserveerd kreeg die niet helemaal in het seizoen was, vroeg of degene die hem dat voorschotelde soms niet zo’n seizoensmens was. Gek genoeg sloeg diegene de vragensteller niet met een koekenpan op het hoofd, maar beantwoordde hij de vraag keurig. Nee, hij was niet per se een seizoensmens. Het was wel een lul, zo constateerde ik.

Dat ik het in dit stukje veelal over mannen heb die een …mens zijn, wil niet zeggen vrouwen zich niet schuldig maken aan het zijn van een …mens. Integendeel. Zij zijn vaak de verschrikkelijktse soort …mens. De mensenmens. ‘Ik ben een mensenmens’, hoe krijg je het uit je strot. Ik heb ook geen idee wat het inhoudt, een mensenmens zijn. Is het te vergelijken met een aardappelaardappel? Of een pannenpan?

Het zou zomaar eens de volgende stap kunnen zijn die debiel Nederland neemt, dat zo’n hobbykok voor de camera over de aardappel die hij in z’n gerecht wil verwerken begint te praten en zegt: ‘Ja mensen, dit is een hele aardappelige aardappel, die je niet zomaar in elke pan kan bereiden. Dat kan alleen in een echte pannenpan’. Brrrrrrrr!

Ben je een Twittermens? Volg ons

15 reacties op “Een …mens”