Hoeden

Vanwege de demissionaire status van het huidige, overigens volledig christelijke, kabinet, staat vandaag de hoed als nooit tevoren in het middelpunt van de aandacht. Eigenlijk zijn er op de derde dinsdag van september al jaren meer hoedjes te zien dan prinsjes. Nu Maxima drie jongedames uit haar geboortekanaal heeft geperst, zal hier in de nabije toekomst ook wel niet veel verandering in komen.

Een goede reden om de naam van Prinsjesdag dan ook maar officieel te veranderen in Hoedjesdag. Ik ziet het voor me, we smelten die Gouden Koets om tot een enorme hoed met wielen eronder, en de Minister van Financiën goochelt voortaan de begroting voor het aankomende jaar tevoorschijn uit een hoge hoed. Ronald Plasterk krijgt ook nog een functie. Misschien mag hij wel van iedere hoed een foto maken.

Als ik zelf zou besluiten een hoed te gaan dragen, dan zou het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een bolhoed worden. De bolhoed kenmerkt zich door de bolvormige bovenkant. Dit in tegenstelling tot de bovenkanten van de gleufhoed en de cowboyhoed. Daar zitten respectievelijk een gleuf en een cowboy in. U snapt dan wel dat ik liever een bolhoed heb.

Vooral omdat ik dan later met een andere opa in één huis kan gaan wonen en telkens de telefoon op zou kunnen nemen met: ‘Bol-Hoed, met Bol’. Na per dag enkele telefoontjes beantwoord te hebben, die allen uitmonden in allerlei komische situaties, zouden we waarschijnlijk met onze kinderen en kleinkinderen aan een houten keukentafel gaan zitten, en allemaal door elkaar heen gaan praten. Om het feest compleet te maken, komt er nog een Rotterdammer binnenstormen die zegt: ‘Hallo, hier is Harry’.

Tevens zou ik iedere dag een ritje in m’n auto gaan maken, en m’n bolhoed voor de rit aanvangt op de hoedenplank neerleggen. Je ziet dat te weinig, vind ik, een hoed op de hoedenplank. Allerhande rommel ligt er wel vaak, maar hoeden tref je er maar weinig aan. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat mensen nog maar zelden een hoed op hun hoofd dragen. Aan de andere kant; je ziet ook zelden mensen met allerhande rommel op hun hoofd. Gertjan Verbeek vormt hierop een uitzondering.    

Maar zelfs op Prinsjesdag, wanneer alle dames wel een hoedje op hebben gezet, zie je de ministers, staatssecretarissen en andere hotemetoten uit de auto stappen met hun hoed al op. Van de hoedenplank wordt geen gebruik gemaakt. Eeuwig zonde. Zou het niet veel mooier zijn als zo’n Maria van der Hoeven vandaag uit de auto stapt zonder hoed, naar de kofferbak loopt om haar hoed van de hoedenplank te pakken, en de chauffeur juist op dat moment wegscheurt? Maria zou zich een hoedje schrikken.

Het daaropvolgende beeld, dat van een huilende Maria die haar vrolijke hoedje met een aantal veren erop langzaam ziet veranderen in een klein stipje met een aantal veren erop, liggend op de hoedenplank van een Mercedes, zou voor mij deze Hoedjesdag tot een waar feest maken. Al goochelt Jan Kees de Jager later die dag een begroting uit z’n hoed waarin plotseling 32 miljard bezuinigd wordt.

Een hoed, of juist het gebrek daaraan, kan dus voor vele al dan niet verrassende wendingen zorgen. Het is goed dat te beseffen op een dag als deze.

Een situatie waarin ik mezelf over 40 jaar dus ook wel zie, maar dan met bolhoed op.

6 reacties op “Hoeden”