De orang-oetan

In tegenstelling tot andere zaken die uit Indonesië komen, is de orang-oetan geen gebakken rijst met ham en doperwtjes erin, die vaak wordt verkocht door Chinese restaurants met namen als De Blauwe Lotus, De Gouden Bloem of De Gele Chinees. Nee, de orang-oetan is een aap. Een mensaap om precies te zijn.

Mensapen, en orang-oetans in het bijzonder, zijn ontzettende racisten. Zo gebeurde het een keer dat de nauw verwante zwarte presenteeraap, de humbert-oetan, door een Indonesisch bos wandelde en de aanwezige orang-oetans massaal apengeluiden begonnen te maken en de humbert-oetan bananen toewierpen. Racisme in z’n puurste vorm. En dat vind ik vind niet kunnen; ik heb er wat van gezegd.

Eerst zei ik het tegen de apen zelf, maar dat was tegen dovemansoren gericht. Zij gaven er op dat moment de voorkeur aan om wat met hun eigen uitwerpselen te gooien en elkaar noten te voeren. Dit in tegenstelling tot negers, die trekken de wc meestal gewoon door en stelen juist dingen van anderen.

Na de apen publiekelijk veroordeeld te hebben vanwege hun opzichtige racisme heb ik de zaak ook nog aanhangig gemaakt bij Amnesty International, een organisatie, dat begrijpt u wel, die ik een zeer warm hart toe draag. Hun brief waarin het racisme onder orang-oetans aan de kaak wordt gesteld, heeft inmiddels behoorlijk wat effect gesorteerd. Ga maar na: welk land onderhoudt er vandaag de dag nog diplomatieke betrekkingen met orang-oetans? Slechts van de Afrikaanse landen hoorde Amnesty International niks. Maar daar zijn ze waarschijnlijk te lui om hun post te openen. Als ze überhaupt al kunnen lezen…

De orang-oetan zou ook beter moeten weten dan de hele dag zo racistisch bezig te zijn. Hij staat te boek als een slimme aap. Dit, wederom, in tegenstelling tot de negers. Die staan niet te boek als slimme apen. Een feitelijke constatering waar u verder niets achter moet zoeken. Ik ben immers niet zo’n verderfelijke racist als de orang-oetan wel is.

Hoe racistisch de orang-oetan ook mag zijn, hij klimt wel graag in bomen. Bomen die in het leefgebied van de orang-oetan vaak worden gekapt. En hoe racistisch die orang-oetan dus ook is, ideeën over het creëren van meer Lebensraum heeft hij nog niet (in plaats daarvan klimt hij in bomen). Tel dit bij elkaar op, en je kan wel nagaan dat de orang-oetan bedreigd is. Ook hier zien we weer een grote discrepantie met de negers. Zij bedreigen immers vaak zelf iemand. Is het niet met een mes, dan wel met een pistool.

Zo zie je maar dat negers en apen totaal niet op elkaar lijken en dat de orang-oetans dus niet in hun recht stonden toen zij de humbert-oetan bekogelden met bananen. En ook niet gaan zitten zeuren dat ik een racist ben, want dan heeft u niet goed opgelet. Bovendien is mijn beste vriend een neger. Ik laat hem zelfs voor niks bij me in huis wonen. Het enige wat ik van hem vraag is of hij zo af en toe wat katoen kan plukken.

Daarnaast mag ik, zoals in de eerste alinea al bleek, graag bij de Chinees eten. En dan kun je, zo hoor ik racisten vaak zeggen, ook geen racist zijn.

16 reacties op “De orang-oetan”