Boze steward

Het moest er eens van komen. Het lijkt mij namelijk één van de ergste beroepen ter wereld: steward zijn in een vliegtuig. Erger nog dan stewardess. Die mogen het na afloop met de piloot doen. De steward druipt na elke vlucht in z’n eentje naar z’n hotelkamer af en hoort daar hoe de piloot er in de kamer naast hem geen doekjes om windt.

De steward kan slechts wegdromen van hoe mooi het had kunnen zijn als hij daar had gelegen. Met de piloot. Dat wel. Stewards zijn namelijk vaak homoseksueel. Althans, vaker dan profvoetballers. Er is dus in ieder geval één homoseksuele steward actief, zoveel is wel duidelijk.

Of dat Steven Slater is, weet ik niet. Hij is wel de steward die het gisteren allemaal even te veel werd. Hij werd boos. En dat werd dus eens een keertje tijd. Niet boos worden terwijl je dagelijks door een krap gangpad van een vliegende sigaar met honderden ruftende mensen aan boord moet rondlopen, dat is onmenselijk. Het gebeurt je gewoon.

Bij Steven was de druppel die de emmer deed overlopen een aantal passagiers dat te vroeg op stond uit hun stoel. Een ergernis die ik met Steven deel. Niets is irritanter dan een man die met z’n kruis in je neus naar z’n handbagage staat te vissen in de ruimte boven jou, helemaal wanneer dit gebeurt terwijl het vliegtuig nog aan het taxiën is. Onuitstaanbaar.

Genoeg over mijn frustraties nu, het ging om de stewards. Voor hen begint het gedonder al veel eerder. Nog voor het vliegtuig in de lucht is. Dan staan ze hun wat-te-doen-bij-noodgevallen-dansje op te voeren voor het meest ongeïnteresseerde publiek aller tijden. Wanneer ze er tussen de werking van het zuurstofmasker en het aanwijzen van de nooduitgangen eens twee opgestoken middelvingers tussendoor moffelen, dan zal niemand dat doorhebben.        

Eenmaal in de lucht verandert er niet veel. Zeker niet wanneer het moment is aangebroken dat ze een plastic bakje met uitgebraakt kattenvoer mogen uitdelen aan een enthousiaste menigte en daarbij de woorden‘eet smakelijk’ over hun lippen moeten zien te krijgen. Waar u net enthousiaste menigte las, is het trouwens beter om ‘een stel zuipende, chagrijnige betweters’ te lezen.

Vliegen is voor de passagiers namelijk een noodzakelijk kwaad om van plaats A in plaats B te kunnen komen. In plaats A was het leuk, en in plaats B wordt het nog leuker. Daar tussenin ligt verveling op de loer. Zeker wanneer de tijd daar tussenin moet worden doorgebracht in een ongemakkelijke stoel, met op niet geringe afstand daarvan alweer zo’n stoel. Dan gaan mensen dus klagen en/of zuipen.

En daar komt de steward weer in beeld. Hij mag het geklaag aanhoren en steeds meer drank langsbrengen. Geen pretje. Want die steeds meer drank zorgt er ook nog eens voor dat ‘de mensen’ in een vicieuze cirkel van klachten en drank terechtkomen.  

Dat alles werd Steven Slater dus te veel. Nadat er weer zo’n lul te vroeg z’n handbagage had gepakt zei Slater er wat van. Hierop kreeg hij de bagage naar z’n hoofd geslingerd. Op dat moment bedacht Steven zich geen moment; hij rende naar de microfoon in het vliegtuig en begon de passagiers uit te schelden. Woedend was hij. Uiteindelijk verliet hij het vliegtuig via een glijbaan bij één van de nooduitgangen. Hij wist immers maar al te goed waar die zaten. 

Een mooi beeld om mee af te sluiten: een boze steward die naar beneden stuitert over een rubberen glijbaantje. Een beeld dat weer eens meer zegt dan duizend woorden. Of, in dit geval, 590 woorden.

PS. Voor Steven woedend naar beneden gleed, heeft hij nog een biertje gepakt. Geen homo dus.