Nietszeggende Spanjaarden

Het komt wel eens voor dat er een Spanjaard geïnterviewd wordt. Sterker nog, het komt heel vaak voor dat er een Spanjaard geïnterviewd wordt. Hun sporters winnen namelijk alles wat er te winnen valt en dan moet er geïnterviewd worden. Die interviews zijn nog vele malen erger dan interviews met Nederlandse sporters en trainers. Frank de Boer is vergeleken bij een Spaanse sporter een soort Barack Obama. En dan overdrijf ik niet.

Dat kan door twee dingen komen. Of de vertalers verstaan hun vak niet – erg lastig voor een vertaler – en zetten derhalve maar wat Nederlandse standaardzinnetjes onder de brabbelende Spanjaard, of die Spanjaarden hebben daadwerkelijk het cliché tot in de perfectie geperfectioneerd. Tot het perfect was, zeg maar.

Omdat ik in een vorig leven sinaasappel was en maandenlang aan een boom in Valencia heb gehangen, spreek ik een aardig woordje Spaans. Onder mij zaten altijd drie oude mannetjes op een bankje de hele dag in het Spaans te ouwehoeren. Dan pik je het snel op. Ook als sinaasappel. Daarom kan ik u vertellen dat de vertalers het allemaal prima verstaan en de Spaanse sporters inderdaad alleen maar de meest verschrikkelijke clichés uitbraken.

Het maakt ze echt geen reet uit wat ze zeggen. Als ze maar weer heel snel weg kunnen bij de interviewer en de camera. Snel weer een stier met paella bekogelen. Of iets anders typisch Spaans natuurlijk. Nieuwbakken tourwinnaar Alberto Contador is bijvoorbeeld in staat na een tijdrit z’n ploeggenoten te bedanken voor het harde werk dat ze vandaag hebben geleverd. Zo’n automatisme is het om elke dag z’n ploeggenoten te bedanken.

Dat is altijd het eerste wat ze doen, iets bedanken. Is er geen ploeg om te bedanken, dan bedenken ze wel iets anders. Rafael Nadal staat wel eens uitgebreid z’n tennisracket lof toe te zwaaien na een wedstrijd. Lult-ie zo vijf minuten over en dan zit het interview er al weer op. Gaat-ie weer bovenop Shakira liggen. Of iets anders typisch Spaans natuurlijk.

Ze komen hier mee weg, omdat het Spaans heel wat lijkt als je het zo hoort. Het zijn een heleboel woorden in een hele korte tijd. Sinds Jan Peter Balkenende weten we echter dat de inhoud van het gesprokene en de snelheid van praten omgekeerd evenredig aan elkaar zijn. Hoe meer iemand klinkt als een op hol geslagen koffiezetapparaat, hoe minder hij daadwerkelijk zegt.

Eigenlijk wel een goed idee voor het verzamelde internationale sportjournaille: telkens wanneer ze eigenlijk een Spanjaard moeten interviewen gewoon even een koffiezetapparaat aansluiten op het elektriciteitsnetwerk en daar dan een microfoon bij houden. Zo koffiezetapparaat, wat gaat er op dit moment door je heen? En dan dus de bruine drab aan het woord laten die op dat moment inderdaad door het apparaat heengaat.

Spaanse les…