Manchester City als bloemkool

Het is een club die enkele jaren geleden zeker niet in aanmerking was gekomen voor een ergernis van mijn hand. En dat komt niet eens doordat mijn platform, onuitstaanbaar.nl, enkele jaren geleden helemaal nog niet bestond. Het ligt gewoon aan Manchester City zelf; vroeger de stadsclub van Manchester die in hun prachtige lichtblauwe shirts altijd moesten opboksen tegen hun grote, rode broer. Nu het speeltje van een stel Arabieren. 

De tweede club van een stad steelt vaak mijn hart. Niet in de laatste plaats omdat die zogenaamde tweede club voor de inwoners van de stad vaak de eerste club is; Torino is in Turijn groter dan Juventus, TSV 1860 München kan in de stad München wedijveren met Bayern en City is dus van oudsher dé club van Manchester.

Dat is het ware voetbal; jaar in jaar uit zien dat er mannetjes in een rood shirt uit dezelfde stad glimmende bekers en schalen omhoog staan te houden, maar toch blijven juichen voor de mannetjes in het lichtblauwe shirt. In de laatste minuut verliezen van clubs als Peterborough United of Leyton Orient, en er gewoon de volgende week weer staan met 50.000 man. Bij City hebben ze het allemaal meegemaakt. Een echte voetbalclub.

Nu is dat allemaal anders. Een groepje Arabieren had inmiddels de hele harem afgewerkt en was toe aan iets nieuws. Hun oog viel op Manchester City. Ik vraag me af hoe het voelt, een voetbalclub kopen als er negen nullen op je bankafschrift staan. Het is misschien wel te vergelijken met de manier waarop wij een bloemkool kopen: je graait wat in de bak, voelt er even aan en flikkert hem in je mandje. Mocht-ie bij thuiskomst toch wat slechte plekjes hebben, dan koop je de dag erna gewoon weer een nieuwe.

Een bloemkool kun je opleuken met kaassaus. Een voetbalclub kun je opleuken met 28 nieuwe spelers. Zoveel spelers kocht Manchester City tenminste sinds de rijke Arabieren het er voor het zeggen hebben. Dat is geen opleuken meer, maar je bloemkool verzuipen in een vieze, veel te vette saus met klonten er in. Eén zo’n klont is Nigel De Jong.

In januari 2009 betaalde Manchester City liefst 17 miljoen pond voor deze klont. Heel veel geld voor een klont die er z’n specialiteit van heeft gemaakt ribbenkasten te doorklieven met z’n schoenen. Voor de Arabische eigenaren is het waarschijnlijk peanuts, maar dan nog is het gek.

Reken maar eens een bloemkool af met een briefje van honderd en zeg tegen de groenteboer dat-ie het wisselgeld wel kan laten zitten. Hij zal denken dat je knettergek bent geworden, maar het geld met liefde incasseren. Het moet ongeveer het gevoel zijn dat bij Hamburger SV heerste toen er een fax binnenkwam met een bod van 17 miljoen pond voor Nigel De Jong.

En dan is Nigel De Jong nog niet eens de enige klont bij Manchester City. Dagelijks lopen er op het trainingsveld van City wel een dozijn hele dure klonten op voetbalschoenen rond. Ik bedoel, 12 miljoen pond voor de gemankeerde Engelse subtopper Gareth Barry, 24 miljoen voor het wandelende voorhoofd Joleon Lescott of 6 miljoen pond voor een Ierse graaier als Shay Given; daar kun je heel wat bloemkolen voor kopen.

Helaas voor mij, maar vooral voor de echte supporters van Manchester City houden Arabieren niet van bloemkool. Het is wel mooi om te zien dat het succes nog even uitblijft; City werd vorig seizoen vijfde. Gelukkig maar dat succes geen bloemkool is. Je kunt het niet zomaar kopen.

6 reacties op “Manchester City als bloemkool”