Achter de brede rug van Jan Boskamp waren nog net delen van Rinus Israel en Piet Romeijn zichtbaar. Ze zaten aan de bar bij Voetbal International en waren gekomen om te praten over vroeger, toen ze met Jan bij Feyenoord speelden. Het werden tien heerlijke minuten, waar geen touw aan vast was te knopen. Zoals altijd wanneer je drie oud-voetballers bij elkaar zet.
Drie oud-voetballers bij elkaar lullen maar door, terwijl niemand begrijpt waar ze het over hebben. En ze hebben altijd de meest idiote bijnamen voor elkaar. Als je ze de ruimte geeft, ontwikkelt zich derhalve een conversatie als deze:
‘Weet je nog, Slurpie, toen met dat egeltje en die ui, daar in het bubbelbad op Mallorca. Dat was me wat zeg. Die lange uit Epe had het niet meer, zeker toen jij die knijper op je neus zette… hahahahahaha…’
‘Ja hahahahahahahaha, man. Dat was een schitterende avond. Maar toen Snuifie erbij kwam, werd het helemaal een dolle boel. Of niet, Snuifie?’
‘Ja, hahaha, ik heb nog steeds last van die bowlingbal. Maar dat gezicht van de trainer de dag erna, onbetaalbaar, met die grote kijkers van ’m. En dan jij met die pan soep op het veld, terwijl Okkie met z’n broek op de enkels een ham nadeed. Man, man, man, Friemel, dat waren nog eens tijden!’
‘O ja, die ham… dat doet me denken aan die keer dat jij samen met Slurpie bij die slager in Hilversum op een skippybal naar binnen ging en Mies Bouwman toevallig in de rij stond.’
‘Ja, dat was legendarisch. Hoe Slurpie dat toen deed met die zuurstok…dat gaat geen mens hem ooit meer nadoen! Denk dat Mies het ook nog wel weet. Oioioioioioioi.’
‘Jij was anders ook aardig op dreef, Snuifie, later op dat bankje met die staafmixer. Ik ben benieuwd of die kuil er nog is. Weet jij dat, Friemel? ‘
‘Nee, maar ik weet wel dat ik m’n vrouw later die dag niet kon uitleggen hoe die papegaaienkooi in vredesnaam in de kofferbak was terechtgekomen. Om over dat gasfornuis nog maar te zwijgen. Jezus man, hoe we dat ding ooit uit die boom hebben gekregen… hahahaha’
‘Hahaha ja, en hoe we hem erin hebben gekregen. Ik weet nog dat die uil eerst wel heel erg tegensputterde. Och, die uil. Wat is daar van geworden, Slurpie?’
‘Nou, …’
Ik ben een liefhebber van absurdisme. Drie oud-voetballers op tien vierkante meter is dan het beste wat je kan overkomen.
Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.