Vuurwerk

Het zijn zware tijden. Dat komt door mijn afkeer van vuurwerk. Eigenlijk niet eens het vuurwerk op zich, maar alles eromheen. Dat vind ik allemaal gek, stom en irritant.

Het begint al met de verkoop van vuurwerk. Want wanneer je tussen Kerst en Oud & Nieuw met je kapotte fiets bij de fietsenmaker komt, word je door een oneven, maar groot aantal verbaasde ogen aangekeken – er is altijd wel een hardleerse vuurwerkrecidivist aanwezig. Wat doet die gek hier nou met z’n fiets?, zegt het oneven aantal ogen van de mensen die voor een half maandsalaris pijlen en andere Chinese ontplofrommel aan staan te schaffen.

Sterker nog, ook de fietsenmaker kijkt je verbaasd aan wanneer je tussen Kerst en Oud & Nieuw met een fiets aan de hand zijn zaak binnen komt lopen. Dat gaat dus wel even duren, voor hij een nieuwe binnen- en buitenband om je velg heeft gelegd. Dat moest trouwens omdat een paar idioten 39 strijkers in een jampot hadden gestopt en die midden op straat tot ontploffing brachten.

Lopend naar het adres waar je de jaarwisseling door gaat brengen dan maar. Daar aangekomen is het gezellig. Lekker zuipen in een warme ruimte. Heerlijk!

En dan, wanneer je net bent vergeten dat je straks dat hele tyfuseind weer terug moet lopen omdat je geen fiets hebt, slaat de klok twaalf uur en moet je naar buiten. Daar sta je dan, met een treurig glaasje goedkope surrogaatchampagne in je handen koukleumend naar de bilnaad van één of andere dikzak te kijken die toevallig ook op het feestje is. Hij staat voorovergebogen al zijn pijlen in een flesje proppen.

Daarna loopt de boel vaak in de soep omdat het te mistig is, hard waait, of de Chinees van dienst het kruid niet goed in de pijl heeft gestopt. Als er toch eens een mooie vuurpijl bij zit, is er altijd nog wel een stel kutwijven aanwezig dat het alsnog verpest door in koor ‘ooooohhhhhhhh’ te roepen.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Één reactie op “Vuurwerk”