Italianen

Het afgelopen weekend vertoefde ik in de Italiaanse stad Bologna. Je kunt daar lekker eten en drinken, en er staan veel oude gebouwen, waaronder twee torens die zo scheef staan dat je het wel laat om er tegenaan te pissen. Niet geheel verrassend barst het in Bologna ook van de Italianen. Dat is leuk tot je zelf met ze te maken krijgt.

Zonder dat ik met ze te maken krijg, kan ik uren naar Italianen kijken. Het is gratis theater. Ik vind zelfs dat er in Nederland Italianentuinen zouden moeten komen, waar Italianen in een verblijf met een grote gracht eromheen de hele dag Italiaans zitten te doen. De gebaartjes, de stemverheffingen, en het van-alles-doen-terwijl-ze-eigenlijk-niks-doen; met een grote gracht ertussen vind ik het allemaal even prachtig.

Maar dan wil je in Bologna opeens een glas wijn drinken of kleding afrekenen en heb je zelf een Italiaan nodig. Je maakt kennis met de donkere kanten van Italianen: de gebaartjes, de stemverheffingen, het-van-alles-doen-terwijl-ze-eigenlijk-niks-doen. Opeens is het allemaal niet zo prachtig meer, maar zorgt het ervoor dat het stoom uit je oren komt.

In het geval van het glas wijn kwam dat doordat vijf obers, die rondliepen op een terras dat je gerust klein en pittoresk kon noemen, het niet voor elkaar kregen mijn kompaan en mij in een halfuur tijd van een glas wijn te voorzien. In plaats daarvan liepen ze de hele tijd druk heen en weer en schreeuwden ze af en toe naar elkaar. Eentje zette steeds zijn witte hoedje weer recht op het hoofd. Maar even twee glazen wijn inschenken, ho maar. Onverrichter zaken verlieten we het pittoreske terrasje.

Het afrekenen van de shirtjes verliep in eerste instantie beter. De Italiaan scande de streepjescodes en ik betaalde. Helaas kwam ik er even later bij bestudering van de kassabon achter dat ik dertien euro teveel had betaald. De Italiaan achter de kassa zag mij bedenkelijk kijken en vroeg: ‘Whazze uppe, sir?’ Ik vertelde hem in het Engels dat er iets niet klopte en ik dertien euro teveel had betaald. De Italiaan was het met me eens, haalde dertien euro uit de kassa en gaf het aan mij. Binnen twee minuten stond ik weer buiten.

Nee, natuurlijk ging het niet zo. De Italiaan was het wel met me eens, maar haalde er een andere Italiaan bij. Dit duo trad een minuut of wat druk gebarend in overleg. De wat merkwaardige conclusie van het overleg bleek dat de streepjescodes van de vier shirtjes die ik had gekocht, handmatig ingevoerd moesten worden. De ene Italiaan las voor, en de andere Italiaan voerde al zuchtend en steunend de getallen in die overeen kwamen met de streepjes van de streepjescode.

Na een klein kwartier stond alles in de computer en kreeg ik een bonnetje onder m’n neus geschoven dat de eerdere pinbetaling teniet was gedaan. Ik rekende opnieuw af en verliet het pand. Vier shirtjes en een levensles rijker: Italianen zijn een beetje als Hans Kraaij junior. Bij tijd en wijle geinig om naar te kijken, maar verder moet je er zo weinig mogelijk mee te maken hebben.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.