Masjientje

Churandy Martina lacht deze Olympische Spelen zijn gouden tand bloot, hij rent honderd of tweehonderd meter, en geeft vervolgens een weergaloos interview waar geen touw aan vast is te knopen. De rest van de tijd zit hij in zijn masjientje.

Dat stel ik me zo voor, althans. Het komt namelijk in elk van die weergaloze interviews terug. Brabbeldebrabbel. Masjientje. Waar andere mensen ‘ofzo’, ‘zeg maar’ of ‘bizar’(Ranomi Kromowidjojo) als stopwoordje gebruiken, daar kiest de vrolijke Antilliaanse sprinter voor het veel originelere ‘masjientje’. Het gaat ongeveer zo:

‘Churandy, ik denk dat je wel wat harder had willen lopen?’ ‘Jaaaaa, ik kon harder lopen man, mar dat ik hé God, ja, ik ben blij man, mar op Curacao ook, ik mag niet klagen man, ik ben blij, Nederland ook blij mar nu masseren en dan in me masjientje zitten.’ En weg is Churandy. Op weg naar zijn masjientje.

Hij laat alle kijkers achter met maar één gedachte: hoe ziet het masjientje eruit? Zelf denk ik dat het een hele grote halve kokosnoot is, met als onderstel een tripod barbecue. In het masjientje zit een klein koelkastje waar twee blikjes cola in passen, en staat een bakje met rozijnen, voor als Churandy honger krijgt. Er zitten ook twee stuurknuppels in, waar Churandy het masjientje mee kan besturen. Ja, ik denk dat het masjientje bestuurd moet worden.

Hopelijk kom ik er nooit achter dat het masjientje er heel anders uitziet.

Churandy in zijn masjientje (in mijn hoofd dan, en in Paint) 

U merkt het, deze zaterdag even geen al dan niet waargebeurd verhaal over een dier. De Olympische Spelen zijn bijna afgelopen en er was op dit zeer invloedrijke weblog nog geen stukje verschenen over Churandy Martina en zijn masjientje, vandaar. Komt u de dag niet door zonder iets te lezen over een dier, kijk dan hier

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.