Schreeuwende Amsterdammers, kerkklokken op zondagochtend, kerkklokken op andere ochtenden nadat je de avond ervoor hebt gezopen, bladblowers, vuvuzela’s, imams die vijf keer per dag klinken alsof hun baard in de fik is gezet, boren, veel ander gereedschap, De Toppers, onweer, de assistente van dokter Van der Ploééééég en het alarmsysteem van de familie Bol-Buijs (met Bol).
Maar ook de supporters van een willekeurig team dat aan een willekeurige zaalsport doet (lees: ratels en toeters), Queen, computers als ze een paar jaar oud zijn, grasmaaiers, achteruitrijdende vrachtwagens, sommige marktkoopmannen, heipalen die de grond in worden geramd, tennissende vrouwen (meestal uit een Oostblokland), meer dan drie vrouwen bij elkaar in één ruimte, nagels op een schoolbord, opstijgende vliegtuigen, afzuigkappen, klussende buurmannen en fluitende vogeltjes als het nog maar net licht wordt.
Uiteraard ook brommers, opgevoerde brommers, verlaagde Honda Civics, veel andere gemotoriseerde voertuigen, kippen en ganzen, stofzuigers, De Snotolf (bijnaam van een vriend die heel hard schreeuwt en nooit z’n bek houdt), de meeste dj’s op de radio, de lachende sidekicks van die dj’s, Albert Verlinde en Humberto Tan die moeten lachen om niks, draaiorgels, oude mannetjes die met een collectebus naast een draaiorgel staan, Peruaanse hufters met een fluit in hun bek en krijsende kinderen die hun bek niet willen houden omdat ze iets niet krijgen.
Al deze zaken zou ik onmiddellijk verbieden wanneer ik het op dit gekke bolletje voor het zeggen zou krijgen. Behalve krijsende kinderen die hun bek niet willen houden omdat ze iets niet krijgen, want dan sterft de mensheid geheid uit. Alhoewel, misschien is dat nog niet eens zo’n slecht idee.