De Eerste Kamerverkiezingen

Toen ik gisteren op Nederland 1 had afgestemd om naar de uitzending rond de verkiezingen voor de Eerste Kamer te kijken, moest ik onmiddellijk aan het spelletje ‘Stiften’ denken, ooit groot gemaakt door Jos, Edgar en Storm van Debiteuren, Crediteuren. Edgar wordt door Jos en Storm in een ontzettend ingewikkeld kaartspelletje een paar honderd gulden afhandig gemaakt, daar komt ‘Stiften’ in het kort op neer.

Ik durf wel te stellen dat het niet goed is voor een democratie wanneer een verkiezing voor de Senaat doet denken aan een fictief kaartspel dat bedacht is door drie absurdisten. Daarvoor hoef je geen politicoloog te zijn. Om de uitslag van de Eerste Kamerverkiezingen te berekenen hoef je ook al geen politicoloog te zijn; gewoon even de Nobelprijs voor de wiskunde winnen volstaat al.

Dat komt doordat er ooit – toen er nog geen enge bruine mensen in Nederland waren en ook de vrouwen die niet bij de SGP hoorden nog gewoon de hele dag spruitjes gaar aan het koken waren – bedacht is dat de Nederlandse Eerste Kamer gekozen wordt door de leden van de Provinciale Staten. En dat blijkt nu, een paar honderd jaar later, niet alleen een onlogisch systeem te zijn; het is ook nog bijzonder onpraktisch.

Omdat er niet in elke provincie evenveel mensen wonen – gelukkig niet; je moet er toch niet aan denken dat er net zoveel Limburgers rond zouden lopen als er nu Zuid-Hollanders zijn – maar welke elke provincie evenveel Statenleden heeft, wordt er gewerkt met stemwaardes, en dan moest je nog de schoenmaten van alle Statenleden uit die provincie bij elkaar optellen en dat weer delen door het aantal suikerklontjes dat op moment van stemming in het Provinciehuis aanwezig was… Nou ja, zoiets.

Het belangrijkste gevolg van de regeltjes was in ieder geval dat touchscreenexpert Herman van der Zandt het steeds over Het Magische Getal had. Wie dat getal bereikte had een zeteltje in de Eerste Kamer veroverd. Had je twee keer Het Magische Getal bereikt, dan kreeg je twee zetels, etc. Het Magische Getal was geloof ik 2213,3819. Ofzoiets.

Door de term Het Magische Getal, in combinatie met de vier cijfers achter de komma, moest ik erg aan ‘Stiften’ denken. Daar kwam nog bij dat sommige Statenleden op een andere partij dan hun eigen stemden om zo een gunstige uitgangspositie te verkrijgen voor de verdeling van de restzetels, ook hierbij speelde de schoenmaat van het Statenlid dat op een andere partij stemde weer een rol, geloof ik. Erg ingewikkeld allemaal.

Net toen ik me zo voelde als Edgar die genaaid werd door Jos en Storm, kwam er fijn nieuws binnen. Uit Noord-Holland. Een Statenlid van D66 had niet met een rood potlood gestemd. Die had achter een richeltje in het stemhokje gelegen. Kijk, daar kan ik wat mee. Zo’n stemhokje met een wanhopige D66’er erin, die vijf minuten lang alleen maar denkt: WAAR IS HET RODE POTLOOD!? Ja, achter het richeltje natuurlijk, lul.

In plaats van achter het richeltje te kijken of z’n eigen kleurdoos erbij te pakken, haalde hij een D66-ballpoint uit z’n binnenzak en kleurde het vakje blauw. Dat mag dus niet. Stem ongeldig. Opeens hadden we met een heel ander Magisch Getal te maken en verloor D66 een zetel. Het vormde de climax van weer een fijn middagje Nederlandse democratie. Of zoals nieuwbakken CDA-senator Elco Brinkman op een zeker moment met een serieus gezicht zei: ‘De democratie heeft vanmiddag haar beloop gehad’. Misschien is zoiets zeggen nog wel stommer dan rode potloden over het hoofd zien.

Volg ons ook op Twitter!

13 reacties op “De Eerste Kamerverkiezingen”