James Taylor en zijn pompoenverzameling

Het is niet zo dat elke artiest die iets over z’n privéleven loslaat mij in de pen doet klimmen. Als Eric Clapton zegt dat hij graag viooltjes plant, dan neem ik dat ter kennisgeving aan, maar is dat voor mij geen reden daar ook maar één lettergreep aan vuil te maken. Hetzelfde zou gelden voor de olifanten die Bono misschien wel iedere zondag van papier-maché papt of het breiwerkje dat moet uitgroeien tot het magnus opus van Mick Jagger. Als James Taylor het echter over zijn pompoenverzameling heeft, dan bewegen mijn vingers bijna als vanzelf over het toetsenbord waar ik nu achter zit.

En James Taylor praat over z’n pompoenverzameling. In een YouTube-filmpje (zie onder) waarin hij het lied ‘Carolina in my mind’ ten gehore brengt. Een nummer dat handelt over de staat North Carolina, waar James Taylor opgroeide tot de man met de zalvende stem die hij nu is. Met diezelfde zalvende stem spreekt hij aan het begin van het filmpje tot ons. Vlak voor hij de eerste akkoorden van het nummer speelt, legt hij even uit waarom hij het nummer heeft geschreven. Dat we niet denken dat hij de hele dag aan een of andere Carolien zit te denken.

Het nummer gaat over heimwee.

Als James op tour was, dan miste hij z’n huis in North Carolina, z’n vader, z’n hond Hercules én z’n pompoenverzameling. In nog geen tien seconden deelt James dit met ons. Bij de pompoenverzameling had hij mij. Een hond of een vader missen, dat kan iedereen, maar een pompoenverzameling missen, dat is andere koek. Ik zie James opeens in een ranzige hotelkamer in een buitenwijk van Keulen. Of Malmø. Of Antwerpen. Het maakt niet uit. James zit toch met pompoenen in z’n hoofd.

Hij kijkt naar een lokaal tv-station en ziet geen weerman die enthousiast wijst naar een kaart vol met zonnetjes, maar hij ziet een grote pompoen met een pak eronder die wijst naar allemaal kleine pompoentjes. Zo moet het missen van een pompoenverzameling voelen. Je ziet in alles een pompoen. Is James een maand van huis, dan kan hij het niet meer aan en knutselt-ie van een plastic bal en wat oranje crêpepapier een surrogaatpompoen. Voor op het nachtkastje. En dan ’s nachts maar zachtjes huilen. Pompoenverdriet.

Dan mag James naar huis. Naar Carolina. Niet in gedachten, maar in een vliegtuig. Terug naar de pompoenverzameling.

Het moet voor James haast orgastisch voelen; de garagedeur opendoen en dan al die pompoenen, klein en groot, weer terug te zien – een garage is de plek bij uitstek om pompoenen in te verzamelen. Hij aait ze. Kust ze misschien wel. Een man en zijn pompoenverzameling. Een man die weer thuis is. James Taylor pakt z’n gitaar en zingt met zijn goddelijke stem de hele nacht de pompoenen toe.

Dat denk ik vanaf nu tijdens het luisteren naar ‘Carolina in my mind’. Ik heb James en zijn pompoenverzameling in my mind.

U heeft Twitter in uw mind; volg ons!

Één reactie op “James Taylor en zijn pompoenverzameling”