Wanneer iemand mij op een eenvoudige manier de lanceercodes voor de atoomwapens die in Nederland opgeslagen liggen, wil ontfutselen, hoeft hij slechts te dreigen met een nacht opsluiting in een koepeltentje. Ik breek onmiddellijk. Wat een zootje elektroden op de balzak voor een ander is, dat is een nacht in een tent voor mij. Op een luchtbed. In een slaapzak.
De woorden alleen al, luchtbed en slaapzak. Ze kloppen van geen kant. Een luchtbed zou eigenlijk net zoiets moeten zijn als een luchtkasteel; het is wel een woord, maar het bestaat niet. En dan de slaapzak… tja, dat vind ik echt een belediging voor het fenomeen ‘slapen’. Iets waar een mens niet zonder kan een beetje afschepen met een zak die je open en dicht doet door middel van een rits. Vuilnis stop je in een zak, een mens niet. Maar ja, met een kingsize Auping in je tentje word je op de camping weer heel gek aangekeken bij het stokbrood halen. Dus je moet wel.
Voor je in de slaapzak op het luchtbed met je rug vrij nauwkeurig het aantal steentjes kunt tellen dat eronder ligt, moet je eerst nog een paar andere verschrikkelijke handelingen verrichten. Dat begint met de tent opzetten. Daar zou ik hier een hele boom over op kunnen zetten, maar dat laat ik achterwege. Bomen opzetten is bijna net zo kut als tenten opzetten.
Na het tent opzetten moet er nog lucht in je luchtbed. Want, alhoewel het dus in de winkel als een luchtbed verkocht wordt, die mag je er zelf inblazen. Althans zelf, meestal doe je het met een pomp die niet werkt. Nou, dan ben je natuurlijk nog één van de piefjes kwijt waarmee je er deels voor zorgt dat er die nacht geen lucht uit het luchtbed zal ontsnappen – ‘deels’, omdat gedurende die nacht zal blijken dat er ook met piefjes in de gaten nog steeds lucht ontsnapt uit het luchtbed.
Als je alle piefjes in de daarvoor bestemde gaten hebt gestopt, kun je gaan slapen. Wel eerst even uitkleden natuurlijk, maar dat mag geen probleem zijn; thuis doe je dat in een zucht. Nou, in een tent dus niet. Daar lijkt uitkleden op een moderne dans waar je tot voor kort heel veel subsidie voor kon krijgen. Dat komt omdat je niet normaal kunt staan in de meeste tenten. Tenten zouden prima woningen voor kaboutertjes zijn, als het eens een slecht paddenstoelenjaar is. Zij kunnen er met hun puntmuts op nog in staan. Een mens niet. Puntmuts thuislaten tijdens het kamperen dus!
Lig je eenmaal een uurtje of vier in je tent, dan begint het gezeik met pissen. Want op den duur moet je altijd pissen als je in een tent slaapt. Grapje van God. Dus, rits zoeken van slaapzak, eruitwurmen, zaklamp zoeken en niet vinden, telefoon zoeken, telefoon met lege batterij vinden, dan maar zonder licht de rits zoeken van dat gaas dat alle – behalve eentje – muggen tegenhoudt, je kleine teen stoten aan een haring, struikelen over een scheerlijn en… pissen maar!
Terug in je tent, ga je maar weer eens wat slapen, wetend dat de grootste hel nog moet komen. Want erger nog dan slapen in een tent, is wakker worden in een tent, met onder je een half leeggelopen klam luchtbed, en om je heen een door de ochtenddauw nog veel klammer geworden slaapzak.
Uit de tent gelokt, het is geen spreekwoord, maar gewoon de realiteit na een nachtje slapen in zo’n ding.
Volg ons op Twitter of we sturen u een koepeltent toe!