De Amsterdam Arena

Hij is er de enige reden van dat ik geen profvoetballer ben geworden. De gedachte dat ik dan minimaal één keer in het seizoen in de Amsterdam Arena zou moeten voetballen, was ondraaglijk. Jarenlang deed ik daarom maar wat op het veld. Veel te bang dat, als ik echt m’n best zou doen, één of andere scout me in een busje zou stoppen. Of nog erger, een internaat. Voor je het weet sta je dan, met mijn voetbalkwaliteiten, aan de aftrap van een uitwedstrijd tegen Ajax. In die verschrikkelijke Arena. Dat nooit.

Daarom klungelde ik maar wat aan in de vierde klasse onderbond van het zaterdagvoetbal. Ik was tevreden. Dronk een biertje na de wedstrijd. En waar mijn teamgenoten ook op proostten, in mezelf zei ik altijd: op dat gezellige knollenveld hier naast de kantine, en dat ik maar nooit in de Arena hoef te spelen! Zondagavond keek ik altijd naar Studio Sport en zag de ongelukkige jongens en mannen die dat lot wel moesten ondergaan. Ze juichten bij een doelpunt. Omdat het hoort. Maar eigenlijk zag je ze denken: wat doe ik hier in die betonnen kolos met een dak erop waaronder je normaal tomaten teelt.

Wat een lelijkheid. En niet de lelijkheid die voetbalstadions mooi kan maken: de geur van pis vermengd met hamburgers en uien die te lang op de grillplaat liggen. Of het mos dat de laatste jaren op de staantribune van het Oosterpark-stadion stond als ik Joop Gall en zijn snor aanspoorde tot weer zo’n onnavolgbare rush langs de lijn. Nee, het is echte lelijkheid. Stoeltjes in alle kleuren van de regenboog. Die te hoge grijze muur en de veel te groot uitgevallen nooduitgang. Die gekke met geblindeerd glas bedekte halve cirkel in het midden van de lange zijde (wat is dat?). Het dak. Etc.

Nu moet je dingen niet beoordelen op hun uiterlijk, maar een beetje verder kijken. Ed de Goey, veel lelijker kom je ze niet tegen, maar hij kon een aardig potje keepen. Daarom werd hij gewoon opgeroepen voor het Nederlands Elftal. Zo gaat dat. Als de Arena dus een beetje normaal doet, spelen we ook daar gewoon interlands. Amsterdam is immers de hoofdstad van Nederland en er gaan 50.000 man in het gedrocht dat de Arena heet. In principe speel je daar interlands.

Slechts als zo’n stadion je een keertje de Europese titel heeft gekost, ga je dat heroverwegen. En ja hoor, dat is natuurlijk net weer het geval. Ik ben ervan overtuigd dat dat kutstadion ons in 2000 de Europese titel heeft gekost. In de Kuip mis je geen vijf strafschoppen. Daar rost Jaap Stam hem er onderkant lat in. Dat komt doordat De Kuip persoonlijkheid heeft. De Arena niet. De Arena is Andries Jonker. En nu gaan ze hem opknappen, maar dat heeft geen zin. Van een Andries Jonker maak je nooit iets wat de moeite waard is.

Het is wel de moeite waard ons te volgen op Twitter!

20 reacties op “De Amsterdam Arena”