Auto’s zijn fascinerende apparaten. Wanneer je een sleuteltje in een gat steekt en er een flinke draai aan geeft, begint een auto in één keer te brullen dat het een lieve lust is. Dan kun je met allerlei poken en pedalen aan de gang gaan en voor je het weet rijd je zo vijftig kilometer per uur. Nog wat gas erbij en je gaat harder dan een struisvogel ooit zal rennen. Tel daar nog bij op dat er lichtjes gaan knipperen als je wat aan een hendeltje frunnikt, en je weet dat je in een wonder van de techniek zit.
Het meest fascinerende aan auto’s vind ik echter het handschoenenkastje en de hoedenplank. Niet zozeer omdat ook dat wonderen der techniek zijn. Dat zijn ze niet. Het handschoenenkastje is gewoon een ruimte achter een klep in het dashbord, terwijl een hoedenplank niets meer is dan een plank die je kofferbak scheidt van de rest van de auto. Het bijzondere aan het handschoenenkastje en de hoedenplank is hoe de mensen er gebruik van maken.
Wie vanaf de voor vele aardbewoners compleet onbekende planeet Bropor II, gelegen in het zonnestelsel Knokkie Knak, tussen de planeten Bropor I en Bropor IV (Bropor III is vernietigd in een oorlog tussen de Bropori en de Knakkers), met een ruimteschip naar hier wordt gezonden door Astrid Joosten de vraag gesteld krijgt: Waar gebruiken mensen handschoenenkastjes en hoedenplanken voor?, zal vermoedelijk iets antwoorden in de trant van: Om respectievelijk hun handschoenen en hoeden in/op te leggen.
Iedereen die niet van Bropor II komt, weet dat het antwoord niet goedgekeurd zal worden door Astrid Joosten. Voor handschoenenkastjes geldt dat er heel veel rotzooi in wordt gelegd. Maak je in een willekeurige auto zo’n kastje open, dan kun je er donder op zeggen dat je een seconde later tot aan je middel in een mix van drop, wegenkaarten, autopapieren en spul dat men maar in het handschoenkastje legt omdat het kleine prullenbakje vol zit, zit. Als je heel veel geluk hebt tref je een verdwaalde handschoen aan.
Met de hoedenplank is het nog veel gekker. Ik denk dat er meer mensen zijn die wel eens hun handschoenen op een hoedenplank hebben neergelegd, dan dat er mensen zijn die daadwerkelijk een hoed op hun hoedenplank hebben neergelegd. En ik kan dat wel schrijven zonder de waarheid geweld aan te doen, want ik ben een hoedenplankkijker. Word ik ingehaald, dan kijk ik altijd even wat de snelheidsduivel links van mij (behalve als ik in Engeland ben) op z’n hoedenplank heeft liggen.
Ik stel me zo voor dat er meer hoedenplankkijkers onder de mensen zijn. Mensen zijn nu eenmaal nieuwsgierige teringlijers. Daarom ben ik binnenkort van plan met iets heel geks op m’n hoedenplank rond te gaan rijden. Ik zit sterk te denken aan een grote glazen kom met spaghetti Bolognese erin. En dat de mensen dan denken: Rijdt die vent nou echt met een grote glazen kom spaghetti Bolognese rond op z’n hoedenplank?!
Het enige waar ik me een beetje zorgen om maak, is als ik met twee keer de snelheid van een struisvogel over de snelweg rijd en er opeens een struisvogel met de snelheid van een struisvogel oversteekt. Plotseling remmen met een grote glazen kom spaghetti Bolognese op je hoedenplank is namelijk een slecht idee. Misschien kan ik er toch beter een hoed opleggen. Dat is ook gek, zeker als ik er nog een konijn bij in stop.
Haal het wachtwoord voor uw Twitteraccount uit het handschoenenkastje en volg ons!