Verkiezingsposters

Ok, het is beter dan YouTube-filmpjes van politieke partijen, waarbij je voor je het weet naar CDA-porno zit te kijken. Het was de meest surreële stemmentrekker die ik de afgelopen jaren zag: een dame en een heer die quasigeil op een bank hingen en op een dienovereenkomstige manier wat lagen te babbelen. Over tatoeages. Eén tel later keek je tegen een vrouwelijke bilpartij aan, met daarop het CDA-logo getatoeëerd. De wanhoop van zo’n partij in één simpel shot gevangen.

Maar vlak achter dit soort gekke filmpjes, zijn het toch gewoon weer die ouderwetse verkiezingsposters die mijn aandacht trekken. Ik kijk er niet met plaatsvervangende schaamte naar, zoals bij al die nieuwerwetse mallotigheden die politieke partijen zich denken te kunnen veroorloven, maar met verbazing. Oprechte verbazing. Elke verkiezing weer. Alleen al omdát ze er weer hangen.

Daaruit wordt meteen duidelijk dat er nooit iemand is geweest die onderzoek heeft gedaan naar de effectiviteit van verkiezingsposters. Het kan niet anders of die is nul. Ok, we leven in een land waar mensen niet langer dan een halve minuut naar iemand kunnen luisteren, maar dat iemand zich ooit heeft laten overtuigen door drie lettertjes die, met behulp van veel te veel lijm, gerimpeld en al op een houten bord zijn geplakt, gaat er bij mij toch ook niet in. ‘Verdomme, PVV, dat zijn toch wel drie hele mooie letters, als ik ze daar zo zie staan. En dan die duif. Schitterend. En dat plakwerk, zo gaat m’n kind van drie ook met lijm om. Daar stem ik op!’ Een gedachtegang die niemand zal hebben. Zelfs PVV’ers niet.

De politieke partijen weten dat ook wel. Waarom ze dan toch stug door blijven gaan met die posters? Nou, ik heb wel een theorie. Ik denk dat het bezigheidstherapie is voor de mensen die wel actief lid willen zijn van zo’n partij, maar eigenlijk tot niets in staat zijn. Er moeten binnen een partij een hoop van dat soort mensen zijn. Daarvoor hoef je alleen maar een blik te werpen op het gezelschap jokers dat zich doorgaans wél op de lijst weet te lullen.

Dan weet je gelijk dat de mensen die dat niet is gelukt echt helemaal niks kunnen. Die geef je uit arrenmoe maar een pot lijm en duizend posters mee: ga maar plakken. Zijn ze daarmee klaar, dan geef je ze er nog duizend; bij de andere partijen lopen gelukkig ook waardeloze figuren rond die uit plakken worden gestuurd. Ze kunnen over andere posters heen gaan plakken. Godzijdank.

Die houten borden staan er dus eigenlijk niet voor u, maar voor de politieke partijen. Alhoewel, zonder de borden mengde het leger idioten dat nu lekker met lijm in de weer is zich waarschijnlijk ook nog in het debat. En dat debat gaat nu al nergens over, laat staan hoe ergerlijk het is met een leger idioten erbij.

Een heel leger idioten volgt ons al op Twitter; voeg u daarbij!

Één reactie op “Verkiezingsposters”