Clubliefde

Het blijft een vreemde gewaarwording, dat elf mannetjes in het groen-wit je meer doen dan elf mannetjes in het rood-wit. Toch is het zo; we noemen het clubliefde. Clubliefde is een stuk eenvoudiger dan normale liefde: je groeit ergens op, en voor de club die het meest in de buurt ligt, gaat je hart een beetje sneller kloppen. Werkte het bij normale liefde zo, iedereen was met z’n buurvrouw getrouwd.

Zelf groeide ik op in de buurt van Groningen en gaat mijn hart dus inderdaad sneller kloppen voor elf mannetjes in het groen-wit. Daarmee ben ik een gezegend mens, want FC Groningen is een fijne club. Ik bedoel, ik had ook in Almere geboren kunnen worden, dan was ik voor Almere City FC geweest. Uitleg lijkt me, zeker met zo’n naam, volstrekt overbodig.

Of wat te denken van Kerkrade. Sowieso is het al geen pretje een Limburger te zijn, maar dan ben je dus ook nog voor Roda JC. Zij spelen in het geel-zwart. Hele slechte clubkleuren natuurlijk. Maar goed, was ik als koempel geboren, dan had ik nu wel mooi met een stukje geel-zwarte vlaai achter m’n computertje zitten tikken dat groen en wit stomme clubkleuren zijn, en er niets mooiers is in de wereld dan Roda JC. Een bewijs voor de stelling dat ook clubliefde blind maakt; er zijn echt wel mooiere dingen dan Roda JC. De vuilnis buiten zetten bijvoorbeeld.

Clubliefde en normale liefde hebben nog wel meer overeenkomsten. Beide zaken zijn spannend. Het moment dat je tv op zoek is naar pagina 818 voelt als wachten op een berichtje terug van het meisje dat je zo leuk vindt. Het lijkt eeuwen te duren en soms loopt het uit op een teleurstelling, maar net zo vaak is er ook een gevoel van grote vreugde. Behalve als je voor Willem II bent natuurlijk. Die krijgen nooit berichtjes terug van meisjes.      

Nog erger is het bij Langs de Lijn op Radio 1. Een liedje van Marco Borsato wordt (gelukkig) onderbroken door het stemgeluid van Henk Kok. Ja, die zat natuurlijk in de Euroborg. Spannend. Je hoort wel gejuich, maar dat kunnen net zo goed de uitsupporters zijn. Omdat Henk Kok een waardeloze verslaggever is, wordt bij het luisteren naar zijn onsamenhangende betoog ook niet meteen duidelijk wie er nu eigenlijk gescoord heeft…En dan hoor je de verlossende tonen van het Groningse volkslied dwars door Henk heen schallen: 1-0!

De laatste tijd wordt het vaak 1-0 voor FC Groningen. Dat is mooi. Mooier bijvoorbeeld dan dat het 0-10 wordt en je geen cent te makken hebt. Want zo werkt het ook bij clubliefde; je bent wel erg afhankelijk van wat je geliefde allemaal uitspookt. Niet zelden blijkt namelijk degene op wie jij zo hartstochtelijk verliefd bent een verzameling van ontzettende domme mensen te zijn, welke allerlei miljoenen die ze niet hebben, uitgeven aan spelers die er niks van kunnen. Nog maar weer eens een bewijs dat ook clubliefde blind maakt.

Zo kocht het eerder gememoreerde Roda JC ooit een Scandinaviër met de naam Fredrik Berglund. Hij zei dat we hem wel een beetje konden vergelijken met Michael Owen. Dat zal wel gegaan zijn over de manier waarop ze hun veters strikten, want op het veld leek Fredrik in niets op Michael Owen. FC Groningen kocht Erik Nevland, een Scandinaviër die op een gegeven moment zelfs met zijn penis begon te scoren (enkele jaren geleden tegen Feyenoord). Een opmars van degradatiekandidaat naar subtopper kon beginnen.

En zie, FC Groningen staat nu derde, won afgelopen weekend met 2-0 van AZ en liet trainer Gertjan Verbeek een tijdje in z’n eentje bij de persconferentie zitten. Een hilarische act van Gertjan volgde. Met voor mij als hoogtepunt een oorwurm die misnoegd‘Test, test, test’ door de microfoon van de perszaal van FC Groningen riep. Verbeek is niet verliefd op FC Groningen. Ik wel. Meer dan ooit.

In het Gronings heet Twitteren Twitter’n. Volg ons op dit medium!

Oorwurm Verbeek:

Één reactie op “Clubliefde”