Winterergernis: muts kwijt

Vandaag een ergernis waar ik voornamelijk zelf debet aan ben. Maar dat mag ook wel eens; we kunnen tenslotte niet overal Humberto Tan of Frits Barend de schuld van geven. Ik ben in dit geval echt zelf de lul. En doordat ik een lul ben, ben ik ook de lul: ik loop al een paar dagen met koude oren rond. U begrijpt het niet? Rustig maar, ik leg het in de volgende alinea’s uit.

Eigenlijk is het heel simpel, ik ben mijn muts kwijt. Nu ben ik wel vaker wat kwijt, maar mijn muts ben ik elk jaar kwijt. Altijd zo rond dezelfde tijd: november, december. Wanneer het weer een beetje koud wordt dus. Dat komt door de lul die ik aan het einde van de vorige winter was: zonder er bij na te denken heb ik mijn muts zomaar ergens neergeflikkerd. Dat mag de Zwoebe van eind november/begin december mooi uitzoeken, zo moet de Zwoebe van eind februari gedacht hebben. Wat een lul!

Nou, die Zwoebe van eind november/begin december, nu dus, kan de muts mooi niet meer vinden en loopt en fietst met ontzettend koude oren de Zwoebe van eind februari te vervloeken. Sowieso heeft de Zwoebe van eind november/begin december het al zwaar; hij moet de hel door die winter heet, terwijl de Zwoebe van eind februari en de maanden daarna lekker mag genieten van het zonnetje.

Ik – want het schrijven over jezelf in de derde persoon enkelvoud is eigenlijk behoorlijk infantiel – hou niet echt van de winter. Tuurlijk, een beetje sneeuw is wel leuk, en ook zit het fijner in de kroeg gedurende de winter. De liedjes klinken melancholischer. Haardvuur, berenkleedjes, warme chocolademelk, gezelligheid…alle clichés kun je wel van stal halen, maar als je buiten bent blijft het natuurlijk wel gewoon KOUD. En inderdaad, voor die gelegenheid heb ik Caps Lock maar eens aangeslingerd. Zo vervelend vind ik kou wel.

Kou is vervelend omdat…tja…, omdat je ballen er haast af lijken te vriezen als je naar buiten gaat natuurlijk! Wie het leuk vindt om eerst twee schapen, een beer en een lam om zich heen te draperen wanneer hij/zijn naar buiten gaat, is niet goed bij z’n hoofd. Winterkleding, ik koop er ook altijd net de verkeerde van. Een jas die achteraf toch niet zo mooi zit, een dikke trui die bij nadere bestudering erg lelijk is, etc. En dat terwijl ik er in de zomer doorgaans bijloop als een soort modegod.

Eigenlijk ben ik qua winterkleding alleen in staat een mooie muts te kopen. Maar die is dus eind februari door Zomerzwoebe ergens achteloos in een donker hoekje gegooid. Gelukkig heb ik, Winterzwoebe, hem al teruggepakt en ergens in oktober mijn teenslippers op een plek neergelegd die ik nu al niet meer weet. Dat zal hem leren, zou een mooie afsluiting van dit stukje zijn. Helaas, het zal wel niet.

Één reactie op “Winterergernis: muts kwijt”