‘The Joe from Joetrekt’

Nu alweer enkele zomers geleden maakte ik wat geks mee op een terras in Italië. Lucca om precies te zijn. Een stadje in Toscane dat u echt eens met een bezoek moet vereren. Veel leukere stadjes zijn er niet te vinden in Italië (tot zover de toeristische tips). Het is dan wel voor u te hopen dat de man die achter mij op het terras zat, er op dat moment niet is. Hij ontpopte zich in een minuutje of tien tot een onuitstaanbare vent.

Dat kwam allereerst doordat hij een Nederlander was. Daar kan hij natuurlijk niet zo veel aan doen, maar echt heel leuk vind ik het vaak niet wanneer er weer zo’n figuur, met een roodverbrande kop en een felgekleurde broek aan, luid pratend drie tafels omver stoot voor hij gaat zitten en heel hard ‘ober, ober’ roept om de aandacht van, inderdaad, de ober te krijgen. Zo doen Nederlanders dat namelijk. Het liefst mijd ik ze op vakantie. In Nederland zijn de rest van het jaar al genoeg Nederlanders voor een gezonde portie ergernis.

Maar goed, deze was dus wel mooi met z’n dikke reet pal achter me gaan zitten. Iets wat bij ons aan tafel de wijnfles deed trillen als was de Vesuvius weer ontploft. Gelukkig hadden we al aardig wat wijn opgezopen en belandde er dus geen wijn op onze felgekleurde broeken (ook wij waren tenslotte Nederlanders). Mijn ergernis over deze man behelst wat anders.

Niet lang nadat hij met veel aplomb aan een tafeltje was gaan zitten, pakte hij namelijk zijn mobiele telefoon er maar eens bij. Dat doe je op een leuk terrasje op vakantie, dan ga je lekker zitten bellen. Niet eens naar z’n familie om te zeggen dat hij veilig was aangekomen. Nee, het was één of ander gesprek in het Engels met, vermoedelijk, een Italiaan. Het ging over een meubel dat de man bij de Italiaan had besteld. Het zal Gepetto wel geweest zijn.

Gepetto wilde van alles weten, onder meer de naam van de Nederlander achter mij, die uiteraard zo luid praatte dat ik alles letterlijk kon volgen. Bij die naam ging het mis. Gepetto wilde dat de man achter mij die zou spellen. Hoe hij precies heette weet ik niet meer, maar het was in ieder geval iets met een u erin. Ik maak er gewoon Ruud Lubbers van, wat kan mij het schelen. Niet dé Ruud Lubbers, maar gewoon een andere, volslagen onbekende, Ruud Lubbers.

Deze onbekende Ruud begon dus maar eens met spellen, daar achter mij. Nadat de ‘r’ een groot succes werd, kwam hij als vanzelf bij de u aan. Die ‘u’ zorgde ervoor dat ik bijna in m’n spaghetti zou stikken. Gepetto begreep het namelijk niet helemaal toen de man achter mij keihard ‘joe’ door z’n telefoon schreeuwde. Dit moest verduidelijkt worden door een woord dat begon met een ‘u’ toe te voegen, zo dacht de man achter mij. Om onverklaarbare redenen koos hij voor ‘Joetrekt’.

‘Joetrekt’, voor wie het eventjes niet helemaal begrijpt: dat was volgens deze man hoe je de in Italië wereldberoemde stad Utrecht diende uit te spreken in het Engels. Gepetto begreep er uiteraard geen reet van, wat de man alleen nog maar harder door z’n telefoon deed tetteren: ‘the Joe from Joetrekt’. Ik hield het niet meer en vluchtte naar de wc. Toen ik uitgelachen was, dacht ik: ‘uno’. Of, als je dan toch zo graag een plaatsnaam wil noemen: ‘Udine’.