Bommeldingen

Wanneer je tegenwoordig ergens te laat komt, kun je beter zeggen dat het door een bommelding kwam dan door een brug die open stond. De twee kunnen overigens ook samengaan. Dan staat er iemand op het dek van de passerende boot te roepen dat hij in het water gaat springen. Dit komt echter zelden voor.

Veel vaker zul je zien dat het een bommelding betreft waar helemaal geen passerende boot met een roepende man bij betrokken is. Meestal is er zelfs helemaal geen bom bij betrokken. Zo ook vanochtend op het station van Den Bosch. Daar zou een Bossche bom liggen. Hetzelfde als een Bossche bol, maar dan zonder slagroom en chocola, en met in plaats daarvan heel veel explosieven. Ik geloof niks van dat verhaal. En ik kan het weten, want ik heb er geen bom neergelegd.

Toch zijn er op het moment van schrijven nog allemaal mannetjes en honden op zoek naar de bom die ik er niet heb neergelegd. Met hen heb ik medelijden. Althans, met de mannetjes. Die honden vermaken zich wel. Of ze nou aan een kruis van iemand ruiken, of aan een koffer waar geen bom in zit; dat maakt ze niet uit.

De mannetjes daarentegen hebben een bewustzijn. Een bewustzijn dat ze elke seconde dat ze naar de bom op zoek zijn, vertelt dat er helemaal geen bom zal liggen. Ik zie ze ’s avonds al met dezelfde blik als altijd aanschuiven bij de bloemkool met een gehaktbal. Chantal vraagt: ‘Weer geen bom?’. Geert antwoordt moedeloos: ‘Weer geen bom’. Zwijgend eten ze de bloemkool op. En de gehaktbal natuurlijk. Het zou zonde zijn om die te laten liggen.

Een bommelding zelf moet ook een mooie dialoog opleveren. Dame van het station: ‘Hallo, met het station’. De bommelder: ‘Hallo, er ligt een bom op uw station’. Dan de dame van het station weer: ‘Waar dan?’. De bommelder: ‘Dat kan ik niet zeggen’. De dame van het station: ‘Ok, we gaan wel even kijken. Bedankt voor het bellen.’ De bommelder: ‘Graag gedaan. Daag’. En tenslotte de dame van het station nog een keer: ‘Ja, daag’.

Zelf heb ik ook wel eens een melding gedaan bij een station. Dat betrof een banaanmelding. En inderdaad, niet veel later werd ik teruggebeld: er waren liefst twee bananen aangetroffen op het station. Eentje op de grond, bij perron 4, en een andere in de hand van mevrouw de Vries uit Meppel. Ik werd vriendelijk bedankt.

Gesterkt door dit succes heb ik daarna al snel een nieuwe melding gedaan bij een ander station. Dat betrof een treinmelding. Om precies te zijn de intercity van 11.23 naar Schiphol. Dit liep minder goed af. Die trein kwam nooit vanwege een bommelding op weer een ander station. Na dit fiasco heb ik besloten per direct te stoppen met het melden van dingen bij stations. Nu al die andere bommelders nog.

Instant update: de bom is zoals verwacht niet aangetroffen. Geert kan weer naar huis.