Een reuzenijsco

Voor iemand die nog niet eerder in Nederland is geweest, moet het een gekke gewaarwording zijn: je loopt ergens door een straat te kuieren en opeens duikt er voor je neus een ijsje op dat groter is dan jezelf. Na van de eerste schrik bekomen te zijn, nader je het gevaarte voorzichtig. Hij is van plastic. En hij staat bij een deur waar continu mensen met dunne, witte zakjes naar buiten komen.

Nog steeds een beetje beduusd, maar toch ook nieuwsgierig, loop je de zaak maar eens in. Er staat een Chinees dingen in de olie te gooien. Geen rijst, of iets anders wat er Aziatisch uitziet, maar gekke langwerpige staven die nog het meest weg hebben van een paardenlul. Na een tijdje haalt hij ze weer uit de olie, snijdt ze doormidden en spuit ze vol met een rood goedje en een wit goedje. Als kers op de taart – eigenlijk als uitjes op de frikandel – gooit hij er nog een lading uitjes overheen.

Inmiddels moet het spoken in het hoofd van de achteloze buitenlander. Die reuzenijsco, en dan nog die Chinees die de hele tijd dingen in de olie staat te flikkeren voor vadsige Nederlanders. Wat is dit voor land? En wat heeft die staven-in-de-olie-flikkerende Chinees met de reuzenijsco te maken?

Dan loopt de Chinees naar een ander apparaat toe. Een klein meisje zei iets tegen hem, en weg was-ie. Niet lang daarna komt hij terug bij het meisje en zet voor haar neus een mini-exemplaar van het ding dat voor de deur staat in een standaard. Eindelijk lijkt het allemaal een beetje op z’n plaats te vallen. De Chinees verkoopt ook nog ijsjes. Gelukkig. Het hoofd van de buitenlander komt weer een beetje tot rust.

Toch moet hij er ’s avonds in de kroeg nog aan terugdenken. Terwijl het bier met de snelheid van het licht in z’n glas wordt getapt en hij vlak daarna die berg schuim uit z’n glas schept, denkt hij: zou het niet logischer zijn wanneer de Chinees zo’n hele grote staaf met uitjes voor z’n deur zet? Of, als dat om wat voor reden dan ook niet mogelijk is, dan toch die iets dikkere en kortere staaf met paneermeel eromheen?

Ja natuurlijk zou dat veel logischer zijn. Eigenlijk is het al gek dat een snackbareigenaar überhaupt een ding van 2 meter hoog voor z’n deur zet. Dat het een ijsje is maakt het nog veel gekker. Stel je voor dat elke ondernemer een ding van twee meter hoog voor de deur zet dat nog niet voor één tiende deel van z’n omzet verantwoordelijk is.

Dan staan de straten binnen de kortste keren vol met enorme markeerstiften, gigantische inlegkruisjes, veel te grote rollen ducttape en BIC-pennen waar je gillend voor op de vlucht slaat. Moesten we maar niet doen. Zijn we ook veel te rationeel en nuchter voor.

Maar juist daarom draag ik de reuzenijsco voor de snackbar een warm hart toe. Een absurdistisch baken in dit kapotgerationaliseerde en o zo nuchtere land van Calvijn. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg; kom daar niet mee aan bij de snackbareigenaar.

20 reacties op “Een reuzenijsco”