Transfers

Voetbalclubs weten dat ze ook in de zomer voor brood en spelen moeten zorgen. Anders vergeet Wim uit Barendrecht maar zo dat-ie nog een seizoenkaart van Feyenoord moet kopen. Of wat te denken van Ron uit Abcoude; geef hem een zomer zonder Ajax en je ziet hem nooit meer terug in de Arena. Daarom zijn er transfers. Lekker speculeren over wie volgend jaar waar speelt.

Een zomer zonder transfergeruchten is als Sepp Blatter die iemand de hand schudt en het daarna niet een verdieping lager zoekt: zeldzaam. Zelfs clubs die geen geld hebben doen er aan mee. Halen ze twee transfervrije spelers van VVV en zetten die in een helikopter. Wat geeft het. Zolang het maar transfers zijn.

Er is zelfs een club – en dat kon best eens dezelfde zijn als de club die twee transfervrije spelers van VVV haalt en ze in een helikopter zet – die haar bijna bejaarde technisch directeur naar Rusland stuurt voor wat gratis spelers. Ligt-ie dagenlang zuchtend en steunend voor de deur, via rooksignalen duidelijk makend wat hij precies komt doen: gratis-speler-maakt-niet-uit-wie. Uch. 

Gek worden die Russen ervan. Geven ze uiteindelijk maar een overbodige linksback of een jonge, nooit scorende spits mee aan die gekke grijze meneer die al dagenlang met een rood-witte handdoek de rook van z’n sigaar staat weg te wapperen.

Er is ook een club – en dat kon best eens Ajax zijn – die dagenlang de gemoederen bezighield omdat ze per sé een speler wilden hebben die een sportzaak in Rotterdam had. Wel-niet-wel-niet-wel-niet. Ron uit Abcoude werd gek. Het werd wEl Hamdaoui. Martin Jol heeft de hele voorraad trainingspakken van Mounir z’n sportzaak opgekocht en het conflict was uit de wereld. Zo simpel kan het soms zijn.

De spelers maakt het allemaal niks uit. Die pluggen hun Playstation ergens in en ze zijn tevreden. Een rood shirt in plaats van een blauw shirt; het zal ze worst zijn. Helemaal als het rode shirt meer betaalt dan het blauwe shirt. Elke stad heeft bovendien wel een tatoeëerboer, dus ook dat is geen probleem.

Voor de vrouwen van de spelers is het echter een heel gedoe, zo’n transfer. De ene winkelstraat is de andere immers niet. En wat te denken van de kinderen van voetballers. Geeft papa je eerst al zo’n belachelijke Engelse naam, gaat hij daarna ook nog in een nieuwe stad tegen een bal aantrappen. De club wilde iemand anders z’n papa op de plek van papa. Of papa wilde zelf naar een plaats met meer muntjes. In ieder geval: wéér een andere zandbak. Dat is helemaal niet leuk!

Nee, kleine Jessey, Shaqueel of Jaivy Waylon, dat is inderdaad niet leuk. Dat is profvoetbal.

3 reacties op “Transfers”