Ik vertrek

Er is altijd veel kritiek op de vele herhalingen in de zomerprogrammering van de landelijke tv-zenders. Sinds gisteren doe ik daar niet meer aan mee. Gisteren zond de TROS namelijk de mooiste herhaling aller tijden uit. Het betrof een herhaling van mijn lievelingsprogramma: Ik vertrek. Een herhaling van een aflevering die ik nog niet had gezien. Hoera!

Ik vertrek begint altijd hetzelfde: een dik wijf staat in een doorzonwoning verhuisdozen in te pakken en te vertellen dat ze in het buitenland ‘iets voor zichzelf gaan beginnen’. In Nederland kan dat niet. Daar zijn te veel regeltjes. Gedurende het programma komen ze erachter dat je in het buitenland ook veel regeltjes hebt….. En daarnaast ook nog corruptie, hele trage ambtenaren, dorpsgenoten die je liever zien gaan dan komen en een taal die het geëmigreerde stel niet machtig is.

Zie hier de ingrediënten voor een prachtig en ontroerend programma. Bij de aflevering van gisteren was dat niet anders. De familie Oosterbaan uit het Noord-Hollandse Limmen vertrok naar Tsjechië om een camping te beginnen naast een oude boerderij die ze hadden gekocht om in te wonen. Het gezin bestond uit Ronald, Esther en de kinderen Jesse (7) en Senna (2). Er was ook nog een oma die ze allemaal omi noemden. Zij zou in de voormalige varkensstal gaan wonen. Terecht, want omi ontpopte zich tijdens de uitzending tot het verschrikkelijkste wijf ooit. Op de voet gevolgd door haar dochter Esther.

Na het standaardbegin – dikke Esther stond al kwebbelend dozen in te pakken – nam de aflevering een verrassende wending : de hele familie Oosterbaan was bij een oriënterend bezoek aan Tsjechië, tijdens het uitzoeken van een geschikte waakhond, aan gort gebeten door drie valse honden. Ronald was zelfs met een traumahelikopter afgevoerd naar een ziekenhuis, alwaar z’n armen bijna geamputeerd moesten worden. Dit incident had een waarschuwing moeten zijn voor de familie Oosterbaan: blijf in godsnaam weg uit Tsjechië!

Het was tegen dovemansoren gezegd. In het volgende shot stond dikke Esther namelijk frikandellen, kroketten en ingevroren afhaalchinees in te laden (‘Een snakbar en sjinees, dat kenne ze daaro niet…) en vertrok de familie voor eens en voor altijd naar Tsjechië. Omi bleef nog even hier.

Gelijk had ze. De familie Oosterbaan bleek in plaats van een leuk, oud boerderijtje de trotse eigenaar te zijn van een Tsjechische vuilnisbelt, waar bij toeval wat stenen lagen opgestapeld die met enige fantasie de oude boerderij voor moesten stellen.

Ronald was echter positief. Hij zag het helemaal zitten. Zo is Ronald; hij was immers ook alweer een tijdje met de onuitstaanbare Esther getrouwd en had nog steeds geen zelfmoord gepleegd. Dus ook in deze Tsjechische ruïne zag hij wel perspectief.

Zelfs toen een stoute Tsjechische boer graan had ingezaaid op het veldje dat in de toekomst dienst moest doen als kampeerterrein, stond Ronald nog enthousiast de plekken uit te meten op de nog kale vlakte: ‘120 vierkante meter, voor een caravan, met auto op de plek. En elektriciteit’. Het ging er bij Ronald nog niet in dat er weinig kampeerders te vinden zijn die twee weken lang met hun caravan in een graanveld gaan staan. Laat staan dat ze hun auto er parkeren. Dan kun je nog zo veel elektriciteit aanbieden als je wilt; het gaat gewoon niet gebeuren.

Gelukkig kwam omi toen op bezoek. Zij deed met haar opmerkingen erg haar best Ronald weer terug op aarde te krijgen. Alles was verkeerd en niks was goed. Het weinige dat nog overeind stond op het landgoed van de familie Oosterbaan werd door omi verbaal met de grond gelijk gemaakt.

Nog steeds bleef Ronald positief. Hij was immers met een vrouw getrouwd die in Tsjechië naar de kapper gaat en dan tegen de kapster zegt: ‘Knippie, knippie en verfie, verfie’, waarbij ze een schaar en een kwast staat uit te beelden. Een vrouw ook die de hele dag geen reet uitvoert, behalve zeuren, maar wel haar man op z’n flikker geeft omdat hij niks zou doen. Nee, Ronald was wel wat gewend.

Een paar Tsjechische hulpjes die van de ene op de andere dag verdwenen waren, een aantal echtelijke twisten, een boer die z’n graanveld maar niet weg wilde halen en een windhoos verder was Ronald nog steeds goedgemutst. En toegegeven, er was soms ook best iets positiefs te melden: omi had bijvoorbeeld te kennen gegeven zich in Nederland een weg richting de dood te klagen in plaats van dat in de Tsjechische varkensstal te doen.

In de zomer kwam bovendien het eerste groepje campinggasten aan: de oude buren van Ronald en Esther. Zij stonden de familie Oosterbaan met raad en daad bij; ze werkten zich drie slagen in de rondte om de Tsjechische vuilnisbelt enigszins leefbaar te maken en spraken wijze woorden over hun campingbezoek: ‘Je hebt ook weer een doel om ergens heen te gaan’.

Daarna was het tijd om met z’n allen een heel varken op te eten en het programma met de traditionele zin af te sluiten. Ik zou het zo weer doen. Deze keer uitgesproken vanaf een Tsjechische vuilnisbelt door een als tijger geschminkte Esther.

Na de leader kwam Mart Smeets in beeld. Hij zat in een pittoresk Frans dorpje aan een eikenhouten tafel met een fijne fles wijn. Het contrast kon niet groter zijn. Het beeld dat een Mart Smeets a la Nico Dijkshoorn z’n gezellige zomeravondprogramma vanaf de camping van Ronald en Esther presenteerde nestelde zich in mijn hoofd:

‘Goedenavond, ik zit hier op een, ja wat is het eigenlijk, een Tsjechische vuilnisbelt denk ik. Mag ik dat zo zeggen? Ja, dat mag ik zo zeggen. Ik zit hier dus op een Tsjechische vuilnisbelt met twee, tja wat zijn het, gekke, maffe Noord-Hollanders. Dat is toch zo Ronald en Esther? Jullie zijn toch gewoon, ja wat zijn jullie, jullie zijn twee gekke mensen die tegen elkaar zeiden, kom ik schmink een, wat is het, een tijger denk ik, op m’n gezicht en begin een camping op een vuilnisbelt in Tsjechie. Is het niet, gekke, maffe, dikke, onuitstaanbare Esther? Ja zo is het…Patat’.

PS. Sorry dat het zo’n lang stuk is geworden, maar de familie Oosterbaan deed ook zo gek. Hierboven staat nog niet eens de helft.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

5 reacties op “Ik vertrek”