Insecten en ramen

Insecten en ramen. Het is als met leprapatiënten en teenslippers, als frikandellen en sterrenrestaurants, als dikzakken en 150 gram broccoli, als Pierre Wind en een heel normaal, alledaags recept voor spaghetti Bolognese of – tenslotte – als Humberto Tan en goed presenteren. Het is geen goed huwelijk. Ze kunnen het gewoon niet goed met elkaar vinden. En dat ligt vaak aan één van beide partijen.

Slechts bij de leprapatiënten en de teenslippers kan ik niet zo één-twee-drie zeggen aan wie het ligt. In de andere gevallen zijn achtereenvolgens de frikandellen, de dikzakken, Pierre Wind en uiteraard Humberto Tan de schuldige. Ook bij insecten en ramen is het eenvoudig om een schuldige aan te wijzen. Daar zijn het de insecten die de boel verneuken. Ik bedoel, heeft u ooit wel eens een raam tegen een insect op zien vliegen? Precies.

Insecten daarentegen doen niet anders dan tegen ramen op vliegen. Dat vind ik allemaal prima; iedereen z’n hobby’s. Daar treed ik niet in. Ik ben toch geen godsdienstwaanzinnige die met de bijbel in de hand dier en mens van allerlei zaken wil verbieden? Nee, mens en dier doen maar wat ze niet laten kunnen.

Het probleem is alleen dat de insecten niet hun eigen huis hebben uitgekozen om hun extravagante hobby te bedrijven. Ze doen het bij mij thuis. Heel brutaal komen ze ’s ochtends door het open raam naar binnen gevlogen om vervolgens de godganse dag die hobby uit te gaan oefenen.

Dat is nog knap lastig, want bij de hitte van de afgelopen weken staan de meeste ramen open en zijn er derhalve niet veel ramen om tegenop te kunnen vliegen. Toch weten ze dat ene stukje gesloten raam massaal te vinden. Hommels, wespen, sluipwespen, muggen, vliegen…alles zzzzzzzzt maar tegen mijn ramen.

Onder deze insecten zijn ook nog enkele SM-ramenvliegers actief. Zij scheppen er schijnbaar een genoegen in de hele dag zo hard mogelijk tussen mijn raam en de lamellen heen en weer te stuiteren. Die pijn vinden ze lekker. Met name de hommels houden ervan. Als ik zo’n beest heel traag door m’n kamer zie zoemen, dan weet ik al wel hoe laat het is; die gaat zich met z’n dikke lijf eens lekker vermaken tussen mijn raam en mijn lamellen. Doe dat bij je eigen raam, hommel!

Ook de andere insecten ben ik liever kwijt dan rijk. Gek word ik van dat gezoem en dat wilde gevlieg door mijn kamer. Daarom heb ik nu in mijn kamer een hoge toren gebouwd van waaruit ik als een volleerd verkeersleider de insecten opdracht geef als de sodemieter mijn luchtruim te verlaten: Oscar – Papa – Foxtrot – Lima – India – Kilo – Kilo – Echo – Romeo – Echo – November. OPFLIKKEREN!

Zo pak ik dat soort probleempjes aan. En nou niet gaan zeuren dat ik een muggenzifter ben. Of dat er bij mij een steekje los zit. Dat zou niet leuk zijn.

14 reacties op “Insecten en ramen”