Guusje ter Horst

Ze kan dan wel  je achter haar naam gezet hebben, voor mij is Guusje gewoon een Guus. Een soort man. Een machtspoliticus van het ergste soort, die denkt dat de hele wereld, uiteraard zichzelf uitgezonderd, uit kleine kinderen bestaat. Zo pleit ze er in een interview met de Volkskrant voor dat ministers voor het begin van de Ministerraad hun Blackberry moeten inleveren, zodat ze niet kunnen twitteren en internetten.

Als ik Femke Halsema of Alexander Pechtold (twee fervente twitteraars) was, zou ik bij de onderhandelingen over een Paars-plus kabinet van Jopie eisen dat Guus in ieder geval niet terugkeert in een nieuw kabinet. Het zal je gebeuren, dat Gestapo Guus vlak voor de vergadering met haar Duitse helm (gaat ze ook dragen op Prinsjesdag) langskomt en verordonneert dat je daar je telefoon in moet gooien.

Dat voorstel om telefoons in te leveren staat niet op zichzelf. Het staat symbool voor de hele Guus. Ze vindt het leuk om dingen te verbieden. En ze weet ook precies wat goed is voor iedereen. Een socialist van de oude stempel zeg maar. Het is dat onze rechtstaat het niet toestaat mensen naar een Goelag te sturen – in ons geval een weekendje Almere in plaats van Siberië – maar anders had ze het zo gedaan bij gedrag dat haar niet aanstond. Daar twijfel ik niet aan.

Twijfelen. Een woord dat Guus niet kent. Ze is de linkse versie van Rita Verdonk. Ook zij staat elke ochtend voor de spiegel haar recht-door-zee-ik-twijfel-aan-niets-gezicht te oefenen. Een blik die bij beide dames volgens mij voortkomt uit latente onzekerheid. Overcompensatie dus. Daar had Guus op moeten promoveren na haar studie psychologie. In plaats daarvan promoveerde ze op de vraag hoe mensen die nooit naar de tandarts gaan, daar toch toe bewogen kunnen worden. Haar kennende zal de term razzia wel in het proefschrift opduiken.

Meer nog dan bij Rita Verdonk verraadt de blik van Guus ook superioriteit. Rita deed nog net of ze zich iets aantrok van ‘de mensen in het land’. Guus is dat stadium allang voorbij. De minachting jegens alles en iedereen straalt ervan af. Zo van: ‘Dat ze niet doorhebben dat ik het altijd bij het rechte eind heb’ en ‘Hoe durven ze mij, de grote Guus, überhaupt een vraag te stellen’.

Bij het eerder gememoreerde interview uit de Volkskrant staat ook een foto. Vrolijk lachend staat Guus met een paraplu te poseren voor een open hek. Het is alles wat Guus niet is. Vrolijk lachend spreekt voor zichzelf, maar ook een paraplu slaat nergens op. Een paraplu, die laat zien dat de regen sterker is dan jij. Niks voor Guus. Net als een open hek. Guus is meer een dicht hek met een heel groot hangslot er omheen, waarachter drie Dobermannpinchers woest staan te blaffen.

Ik begrijp dus niet hoe de fotograaf in kwestie het voor elkaar heeft gekregen Guus zo te kunnen portretteren. Waarschijnlijk heeft hij haar dronken gevoerd. En dan na de foto de weg weer op. Want ook dat is Guusje ter Horst.

De gekke foto van Guus:

20 reacties op “Guusje ter Horst”