De woudaap

Zoals u aan de titel al kunt zien gaat deze bijdrage in de serie bedreigde diersoorten over een klein vogeltje dat in het riet leeft. De woudaap. In Nederland zie je hem niet veel meer. Dat komt deels doordat hij slechts 35 centimeter groot is en dus altijd in het riet rondwaggelt, maar ook de situatie dat hij ernstig bedreigd wordt, draagt er aan bij.

Dat komt natuurlijk door het gebrek aan woud in Nederland. Heette die polderaap of Vinexaap dan was het een heel ander verhaal geweest. Al slaat woudaap ook nergens op; het beestje leeft, als eerder gezegd, in het riet. Maar ja, de naam rietaap was al geclaimd door een nijlpaard die in het Okavangomoeras leeft. Snapt u het nog?

Om het allemaal nog wat verwarrender te maken, is de woudaap ook nog eens familie van de reiger. Aangetrouwd weliswaar, maar toch. Het heeft enige tijd geduurd voordat de woudaap is geïntegreerd in deze familie. Hij had bijvoorbeeld moeite met het eten dat ma reiger elke avond op tafel zette.

De woudaap at van oudsher altijd bananen, terwijl hij zich nu tegoed doet aan kleine visjes. Het zag er ook niet uit trouwens, zo’n vogeltje van 35 centimeter die met een hele banaan in de weer was. Nu staat-ie zelfs elke zaterdag op de markt kibbeling met knoflooksaus te bestellen bij de visboer. Veel beter.     

In de broedtijd gaat het er nog gekker aan toe met de woudaap. Dan laat deze reigerachtige met de naam van een aap een opvallende roep horen die lijkt op het geblaf van een hond. Dus wanneer u een hond hoort maar hem niet ziet, zou u weleens te maken kunnen hebben met een woudaap die zich in het riet heeft verschanst. Of met Johan Derksen natuurlijk.

Nu ik zo ongeveer alle diersoorten en Johan Derksen de revue heb laten passeren is het tijd om wat dieper op de woudaap in te gaan. Wist u bijvoorbeeld dat de woudaap lange tenen heeft? En dat bedoel ik dan niet figuurlijk, want de woudaap is juist helemaal niet snel beledigd. Je kunt eigenlijk alles wel tegen hem zeggen. Zelfs als je oerwoudaapgeluiden gaat maken, blijft-ie rustig in het riet zitten met die lange tenen van hem.  

Met die tenen kan hij meerdere rietstengels tegelijk omvatten. Iets wat ik hem niet zo één-twee-drie nadoe. Maar ja, waarom zou ik ook? Men zou me alleen maar uitlachen. Voor de woudaap geldt dit niet. Hij is immers een woudaap. En zeg je woudaap, dan zeg je riet. Omdat de woudaap zo handig is met riet en z’n natuurlijke habitat tevens uit riet bestaat, bouwt hij z’n nest ook van riet. Wat dat betreft is het een hele praktische vogel.

Bij gevaar gaat de woudaap voor paal staan. Ook dit is weer letterlijk bedoeld. Het is niet zo dat de woudaap elk weekend met twee skistokken door het riet marcheert en zich op die manier op een onvergetelijke manier voor lul zet. Nee, hij neemt echt een paalhouding aan. Dat dit dan weer niet zo praktisch is blijkt uit het feit dat-ie bedreigd wordt. Blijkbaar kan hij heel slecht een paal acteren of vinden zijn bedreigers een paal ook de moeite van het aanvallen waard.