Willibrord Frequin

Eergisteren is het WK baanwielrennen in Kopenhagen van start gegaan. Baanwielrennen is een sport waarbij je op een fietsje zonder remmen stapt en dan maar kijkt waar het schip strandt. Lang domineerde Theo Bos deze tak van sport. Liefst vijf keer werd hij wereldkampioen. Sinds hij op de weg rijdt, ontbreekt het Nederland aan een echte topper. Om daar verandering in te brengen, zou ik graag zien dat Willibrord Frequin wordt omgeschoold tot baanwielrenner; hij zou zonder problemen de wereldtitel achtervolging in de wacht kunnen slepen voor Nederland.

 

Die man zou de sport zelfs nog jarenlang kunnen domineren; niemand kan zich beter vastbijten in z’n tegenstander dan Willibrord. Bij de ploegenachtervolging stellen we hem niet op, dat kunnen we z’n potentiële teamgenoten niet aan doen. Het zal je gebeuren; zit je lekker op je fietsje zonder remmen, zit ineens die Brabantse brabbelaar in je nek te hijgen. En even remmen kan dan dus niet. Een nachtmerrie.

Een geruststelling voor de Nederlandse baanploeg is dat we Willibrord waarschijnlijk de komende tijd toch niet op zo’n fietsje zien. Jammer is dat wel; alleen al om die rode neus van hem te zien vloeken met het strakke oranje pakje dat-ie zou moeten dragen. Helaas verkiest Willibrord de laatste jaren dus een andere tak van sport: het drinken. De afgelopen vijftien jaar was hij aan één stuk door bezopen. Ook een prestatie van formaat.

Zo af en toe wordt hij door wat redacteuren van televisieprogramma’s uit de kroeg gesleept om ergens aan een tafel te gaan zitten. Zo ook gisteren bij De Wereld Draait Door. Je zag meteen dat hij zich niet prettig voelt aan zo’n tafel. Liever wil Willibrord al pratend met die gekke intonatie van ‘em, door de studio achter Matthijs aan hollen.

Dat zat er niet in. Wel deed de katholieke Willibrord meteen van zich spreken door z’n gebruikelijke riedeltje af te steken. Na nog geen minuut had hij er al voor gepleit allerlei priesters en bisschoppen op te hangen. De vaststelling dat zoiets niet erg katholiek is, was aan Willibrord niet besteed. Tja, Willibrord is niet voor niets een naam die wat middeleeuws aandoet.

Nadat hij die bisschoppen en priesters de les had gelezen was het de beurt aan Van Nieuwkerk. Die was nog nooit in Afrika, bij de arme negertjes, geweest en Willibrord wel. Ook zat Matthijs volgens Willibrord stemming te maken. Typerend gedrag voor Frequin; hij denkt dat alles een wedstrijdje ruziemaken is. Dat iedereen z’n vijand is.

Een rustige zondagse wandeling door een Brabants bos moet voor hem de hel zijn. Hij ziet niet achter elke boom een vijand staan; hij denkt dat elke boom een vijand is. Staat-ie urenlang tegen zo’n boom te schreeuwen dat ook hij – die laffe, laffe boom – opgehangen moet worden. Aan de hoogste boom.

Nee, het is geen pretje een Willibrord te zijn. De fles is je enige vriend en de rest is laf en probeert jou kapot te tutoyeren. Aan de andere kant, voor de niet-Willibrorden is het ook geen pretje. Die moeten hem zo af en toe aanhoren. Eigenlijk een veel betere reden om naar de fles te grijpen. 

Een staaltje journalistiek van Willibrord waar hij trots op kan zijn:

3 reacties op “Willibrord Frequin”