De Tasmaanse duivel

Vorige week moest de neushoorn geloven aan een sterkte/zwakte analyse in de, naar nu blijkt, wekelijks terugkerende berichtgeving omtrent een bedreigde diersoort op onuitstaanbaar.nl. Deze week is de Tasmaanse duivel aan de beurt.

Velen van u kennen hem als de wartaal uitslaande, ronddraaiende rakker die hiernaast is afgebeeld. Hij bestaat ook (nog) in het echt. Dan leeft hij echter niet in de fantasiewereld van Looney Tunes, maar – zoals z’n naam al zegt – op Tasmanië. In z’n eentje; zonder hulp van een bijdehand konijn, een slissende eend of een hardleerse coyote.

Dat gaat hem maar moeilijk af, aangezien hij dus met uitsterven bedreigd wordt. Z’n status van bedreigde diersoort is niet gelegen in de situatie dat-ie honger zou lijden; de Tasmaanse duivel staat bekend als een vraatzuchtig en wreed dier. Hij eet onder meer kangaroes, knaagdieren en hagedissen en deinst er niet voor terug te jagen op dieren die groter zijn dan hijzelf. Hij is dus voor de duvel niet bang. Logisch ook, hij is er zelf één. Als meneer eens in een gekke bui is, dan komt-ie ook nog zo de achtertuin van onschuldige Tasmaniërs inlopen en doet zich te goed aan wat daar allemaal aan huisdieren rondloopt. Je moet wat op zo’n eiland.

Verder gebeurt er namelijk niet zoveel op Tasmanië. En wat ga je dan uit verveling doen? Juist. Neuken. Op zo’n eiland kun je niet al te kieskeurig zijn met je sekspartners, vandaar dat de Tasmaanse duivel nogal eens met een familielid het bed induikt. Indirect is dit er gek genoeg de oorzaak van dat het beest met uitsterven bedreigd wordt.Door inteelt is de duivel niet erg resistent tegen tumoren; er is een ziekte ontstaan waarbij er een grote tumor op het gezicht van de duivel groeit. Hierdoor kan hij niet meer jagen of eten.

Tsja, met inteelt kan het twee kanten op. Of het zorgt ervoor dat een populatie heel veel vis vangt en massaal kutmuziek gaat maken die heel goed verkocht wordt, of het zorgt ervoor dat je niet meer resistent bent tegen tumoren zodat er gekke dingen op je snuit gaan groeien. Het eerste heeft als gevolg dat elke scheet die iemand uit zo’n populatie laat ineens wereldnieuws is, het tweede heeft als gevolg dat de gehele populatie met uitsterven bedreigd wordt. Bij de Tasmaanse duivel is het de tweede variant geworden. Gegokt en verloren dus. Eigen schuld, dikke bult. In dit geval midden op het gezicht.

Wel jammer trouwens, ik had de Tasmaanse duivel graag kutmuziek zien maken en vis zien vangen. Dat had er vast geinig uitgezien; zo’n wild beest dat op een kampeerstoel met een hengeltje in z’n hand aan de waterkant een liedje voor z’n overleden oma zingt.  

Aan de andere kant is het zo maar goed ook. De Tasmaanse duivel is namelijk naast een gewiekst jager en familieneuker ook nog massamoordenaar. Wanneer de duivel zwanger raakt van haar neef werpt nichtlief liefst veertig jongen. Haar buidel biedt slechts plaats aan vier kleine duiveltjes, de overige zesendertig sterven een pijnlijke dood. Zo’n schurkensoort is het redden niet waard. Want wees eerlijk, een kolonie zich genetisch kapotneukende Hitlers ergens op een ver eiland hadden we toch ook rustig uit laten sterven?

27 reacties op “De Tasmaanse duivel”