De eland

Vorige week schreef ik in deze gezellige weekendrubriek over de giraffe. In de eerste alinea onthulde ik dat hij mijn lievelingsdier zou zijn. Nou, had ik de volgende ochtend natuurlijk meteen een eland aan de lijn hangen. Of ik soms vergeten was wat ik op 14 juli 2001 allemaal gezegd had.

En ja, ik had op die dag inderdaad een eland heel liefdevol en zachtjes, bij het ondergaan van de zon, in het oor gefluisterd dat hij mijn lievelingsdier was. Daarna mondde één en ander uit in zo’n nacht die je normaal alleen in films ziet. Wel hele dubieuze films, maar toch.

De eland wilde dat ik dit even rechtzette, en nu er toch niet meer per sé over bedreigde diersoorten geschreven hoefde te worden, vond de eland dat ook hij wel een paar honderd woorden aandacht verdiende. Dat zou volgens hem wel het minste zijn wat ik kon doen, want na die ene nacht met hem had ik niks meer van me laten horen. Hier heeft de eland natuurlijk wel een punt. Dat was niet erg netjes van mij. Daarom hieronder wat leuke feitjes over de eland.

Wist u bijvoorbeeld dat de eland slechts op het noordelijk halfrond voorkomt, en dan nog alleen in het noordelijke deel daarvan. Canada, Scandinavië en Rusland om precies te zijn. Voor zover dat kan, precies zijn en daar dan Rusland of Canada mee bedoelen. Maar u begrijpt wel wat ik bedoel: in Australië zult u geen eland tegen het lijf lopen. Wel kangaroes, maar dat is weer een heel ander chapiter.

Omdat de eland niet voorkomt op het zuidelijk halfrond kunnen we ook wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat hij nog nooit heeft geklaverjast met drie pinguïns. Ik durf zelfs te stellen dat hij nog nooit een pinguïn heeft gezien. Zou er eentje voor z’n neus staan, dan zou hij denken: huh, wat is dat?

Met een ijsbeer zou dat anders kunnen zijn, die komen immers ook alleen voor op het noordelijk halfrond. Toch betwijfel ik of de twee elkaar dagelijks tegenkomen, laat staan dat ze wel eens geklaverjast hebben. Ik bedoel, vind maar eens een pakje kaarten in het bos of op de toendra. Maar ja, zeker weten doe je het natuurlijk niet. Zeg nooit nooit, zeg ik altijd.   

De mannetjeseland heeft een gewei. Ergens tussen december en maart dondert het van z’n kop. Zomaar twee feitjes over de eland.

Ooit kwam de eland ook in Nederland voor. Nu niet meer. Die tijd hebben we achter ons gelaten. En ik ben er blij om ook. Je moet er toch niet aan denken dat je op de markt een stuk kaas staat te kopen en dat er achter je opeens zo’n eland met z’n gewei in je oor zit te peuren. Volgens een hele oude Drentse jachtvergunning kon dat in 1025 na Christus maar zo wel gebeuren….tja, Wikipedia, soms weet ik het niet hoor…        

Een vrouwtjeseland noemen we ook wel een koe. De draagtijd van zo’n koe bedraagt gemiddeld 235 dagen. Nog weer twee feitjes, die tezamen de afsluiting van dit stukje vormen.

2 reacties op “De eland”